WEEK 20 2HV Werkwoorden -re appr 3

Bonjour
klas 2C en klas 2D zitten volgens de plattegrond
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour
klas 2C en klas 2D zitten volgens de plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

aujourd'hui
- les absents
- unité 4
- grammaire: je kent de werkwoorden op -re
- quizpresentaties
- demain tout commence


Slide 4 - Tekstslide

les absents
Tu habites où? J'habite à Meppel/Rouveen/Staphorst/Klooster/Hamingen/Steenwijk/Koekangerveld/

Tu as quel âge? J'ai ..... ans
Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.
Tu aimes quel genre de film? J'aime ........
C'est quel jour aujourd'hui? C'est ..........
C'est quelle date aujourd'hui? C'est le 30 mars/avril etc

Slide 5 - Tekstslide

gram: les verbes - er
Hoe was het ook alweer?

danser, jouer, parler etc.

Voltooid deelwoord:
j'ai dansé-j'ai joué, j'ai parlé etc

Slide 6 - Tekstslide

Verbes réguliers en
-re (kennen!)
répondre (antwoorden)
rendre (teruggeven)
entendre (horen)
perdre (verliezen)
descendre (uitstappen, naar beneden gaan)
attendre (wachten)
vendre (verkopen)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vervoeg je de ww op -re?
stap 1 
Maak de stam van het ww door -re eraf te halen.
ww                                                                        stam
vendre                                                                 vend
attendre                                                             attend
perdre                                                                 ..........

Slide 8 - Tekstslide

stap 2 voeg de juiste uitgang toe
 (répondre) stam is répond
Je réponds
tu réponds
il/elle répond
nous répondons
vous répondez
ils/elles répondent

Slide 9 - Tekstslide

Présent
werkwoord - er (chanter)

Je chante
tu  chantes
il/elle chante
nous  chantons
vous chantez
ils/elles  chantent
Présent
werkwoord -re (répondre)

Je réponds
tu  réponds
il/elle répond
nous répondons
vous  répondez
ils/elles  répondent

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf de 6 vormen op van het werkwoord vendre (in de juiste volgorde), start met
vends (alleen een spatie er tussen)

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de 6 vormen op van het werkwoord perdre (in de juiste volgorde), start met
perds (alleen een spatie er tussen)

Slide 12 - Open vraag

wij wachten (attendre)
A
vous attendez
B
nous attendons
C
nous attendions
D
ils attendent

Slide 13 - Quizvraag

jij verkoopt (vendre)
A
tu vends
B
tu vendre
C
tu vend
D
tu as vendu

Slide 14 - Quizvraag

hij antwoordt
A
il répond
B
vous répondez
C
il réponds
D
ils répondent

Slide 15 - Quizvraag

vertaal: zij (m) horen (entendre)

Slide 16 - Open vraag

passé composé
ww op er: - er wordt vervangen door é
je chante - j'ai chanté      
ik zing - ik heb gezongen

ww op -re: -re wordt vervangen door u
je réponds j'ai répondu 
ik antwoord - ik heb geantwoord

Slide 17 - Tekstslide

passé composé
werkwoord - er (chanter)

J'ai chanté
tu as chanté
il/elle a chanté
nous avons chanté
vous avez chanté
ils/elles ont chanté
passé composé
werkwoord -re (répondre)

J'ai répondu
tu as répondu
il/elle a répondu
nous avons répondu
vous avez répondu
ils/elles ont répondu

Slide 18 - Tekstslide

De passé composé

werkwoorden:
- ER --> é  (j'ai écouté)


- RE --> u
De passé composé
(perdre) Il a perdu= hij heeft verloren


Let op! Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -re eindigt dus op -u
attendu - entendu - rendu

Slide 19 - Tekstslide

ik heb gewacht (attendre)
A
je suis attendu
B
j'ai attendu
C
tu as attendu
D
j'ai attendre

Slide 20 - Quizvraag

wij hebben verloren (perdre)
A
vous avez perdu
B
ils ont perdu
C
nous avons perdu
D
nous sommes perdu

Slide 21 - Quizvraag

dernière question...

Slide 22 - Tekstslide

hij heeft geantwoord (répondre)

Slide 23 - Open vraag

au travail!


Maak de opdrachten die klaarstaan in Learnbeat

Slide 24 - Tekstslide

Devoirs
leren appr 2 en 3
afmaken : opdrachten week 21

Slide 25 - Tekstslide

appr 2 voca lire doornemen

Slide 26 - Tekstslide