Paragraaf 3 - Ongelijkheid in arme en rijke landen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

H4 - paragraaf 3

Ongelijkheid in arme en rijke landen

scharreleconomie

Informele sector

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- Sociale en regionale ongelijkheid uitleggen

- Formele en informele ongelijkheid uitleggen

- Aan de hand van gegevens over de beroepsbevolking uitleggen of een land arm of rijk is

De primaire sector/

 landbouw, visserij, mijnbouw

Secundaire sector/ Industrie

Tertiaire sector / diensten

Hoort bij welvaart of bij welzijn

gezondheidszorg

de rijkdom van een land

bbp/hoofd

armoedegrens

levensverwachting

onderwijs - alfabetiseringsgraad (hoeveel mensen kunnen lezen)

koopkracht

Dienstensector

• Informele sector 
• formele sector

Straatverkopers( mensen die op straat handel verkopen denk aan brillen schoenen of wanneer je zelf op vakantie gaat en verkopers je aanspreken op straat)

hier worden producten en diensten wel bijgehouden. Dus je krijgt een bon de belasting weet hiervan af

Informele sector is groot!

Informele sector

Werk dat is niet geregistreerd (zwart). Vaak ongeschoold, wordt geen belasting betaald. 

Gevolgen wereldsysteem

Er ontstaan grote
verschillen tussen
landen en gebieden:

- Regionale ongelijkheid;

- Sociale ongelijkheid;

Regionale ongelijkheid

Westen	Oosten
Werd rijker	Bleef achter

Regionale
 ongelijkheid

Westen - Oosten

Welk verband is er tussen de verdeling van de beroepsbevolking en de welvaart in een land?

Mevrouw Thijssen werkt in de ....

1. Formele sector
2. Informele sector

Een schoenenpoetser werkt in de...

1. Formele sector
2. Informele sector

Wat zie je op de foto?

1. sociale ongelijkheid
2. regionale ongelijkheid

Wat past goed bij
de bewoners
op de voorgrond?

1. leven boven armoedegrens
2. werken in de informele sector
3. hun koopkracht is groot
4. ze hebben een vaste baan

Huiswerk

KT 4.3

 leerboek blz. 78-79

Maken werkboek blz.96-97

Opdracht 1 , 3, 5, 6, 7

2, 4

Huiswerk

BK 4.3

 leerboek blz. 72-73

Maken werkboek blz.90-91

Opdracht 1, 3, 5, 6 7

2,4