M3 SP P2 Gerundio / ser-estar-hay

• Spaans
• Middelbare school

Hola

¿Qué día es? 

lunes

martes

miércoles

jueves

viernes 

sábado

domingo

¿Qué fecha es? 

Es el .... de ..... de .... 

¿Qué has hecho durante las vacaciones de Navidad?

Programa de esta semana

1. Wat gaan we deze 2 (?) weken online doen? 
2. Eindtoets wordt samengevoegd met boektoets
3. Wat willen jullie doen  in de leeslessen? 
   
4. Gerundio herhalen
   
5. Zelfstandig werken aan opdrachten (28,29,30,33)
6. Deberes

Les in twee delen 

Gerundio

Estar + gerundio ejemplos

Ik ben aan het eten                             estoy comiendo

wij zijn aan het voetballen               estamos jugando al fútbol

jij bent aan het studeren                  estás estudiando

hij is aan het duiken                           está buceando

jullie zijn aan het leren                      estáis aprendiendo

zij zijn aan het dansen                       están bailando

Let op bij wederkerende werkwoorden

Die kunnen op twee manieren. Vergeet het accent niet dat nodig is voor de klemtoon als het wederkerend voornaamwoord en achter aan vast komt. 

Samenvattig estar + gerundio in één schema

Gramática 

¿Qué están haciendo estas personas?

Wat zijn deze mensen aan het doen. Gebruik "estar + gerundio"

Gramática 

Gramática 

Wat moet er op de stippellijntjes staan?

Met ……………. praat je over de toekomst.

Met …………………….praat je over iets wat nog aan de gang is.

Met ……………………… praat je over iets dat al is afgelopen

Gramática 

Met ir a + infinitivo praat je over de toekomst.

Met  estar + gerundio praat je over iets dat nog aan de gang is.

Met de pretérito perfecto praat je over iets in het verleden.

https:

de GERUNDIO maak je door...

1. ir + a + hele ww
2. haber + stam ww + ado/ido
3. estar + stam ww + ando/iendo

Vervoeg in de GERUNDIO
Ustedes (escuchar) ______ una canción.

vervoeg in de GERUNDIO
Vosotros (vivir) ___ ___ en Valencia.

Vervoeg in de GERUNDIO
Nosotros (caminar) __ __ en la playa.

Vervoeg in de GERUNDIO
Yo (comer) ___ __ una pizza.

Vervoeg in de GERUNDIO
¿Tu (aprender) ____ ____ mucho en la clase?

Repasamos el gerundio

KAHOOT

Bij welk hoofdstuk ben je ongeveer met je leesboekje?

Hoe zie je de invulling van de leeslessen van de vrijdag?

Zelfstandig werken

Maak in je werkboek opdracht 25 t/m 33 

Leer de rijstjes van ser,estar,hay

Deberes           Huiswerk

1) HAZ (=maak)

Ejercicio 28,29,30,33 (+25 tot 28 als je die nog niet af had) 

Lever foto's van de opdrachten in, in Teams bij het tabblad opdrachten. De opdracht heet: HW SP M3 gerundio

2) Aprende: De rijtjes en betekenissen van ser, estar 

Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

OJO

• Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden), levantarse (opstaan)
• Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie) = wakker worden, acostarse (ue) naar bed gaan, vestirse (i) = zich aankleden
• Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

levantarse, yo

lavarse, ellos