Periode 4 Week 5 EHBO

EHBO algemeen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

EHBO algemeen

Slide 1 - Tekstslide

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 2 - Tekstslide

Flauwte



Zuurstoftekort in de hersenen

Niet schadelijk

Duurt meestal kort

Ziet er wel eng uit, niet in paniek raken!


Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan een flauwte onstaan?
-angst
-erge pijn
-schrik
-spanning
-horen/zien van enge dingen
-warme en een benauwde omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Wat zie je voordat iemand flauwvalt?​
-iemand gaat zweten
-iemand gaat zuchten ​en geeuwen​
-iemand krijgt een bleek/wit gezicht​

Slide 5 - Tekstslide

Hartinfarct
Bij een hartinfarct komt er onvoldoende bloed naar het hart door een acute verstopping in één van de slagaders


Slide 6 - Tekstslide

Hartinfarct
Bij een hartinfarct krijgt het slachtoffer plotseling pijn op de borst die niet overgaat als het slachtoffer rust neemt. Er is een risico op hartstilstand.

Naast pijn op de borst is er vaak uitstralende pijn naar de armen, schouderbladen, hals, kaak of maagstreek.

Slide 7 - Tekstslide

Hartinfarct
Iemand kan bleek zijn
Zweten
Angstig zijn
Benauwd zijn

Slide 8 - Tekstslide

Slikken en verslikken

Slide 9 - Tekstslide

Verslikken

onderscheid tussen:
Lichte verslikking
en
Ernstige verslikking

Slide 10 - Tekstslide

Lichte verslikking
slachtoffer kan nog praten, hoesten en ademen



Slide 11 - Tekstslide

Ernstige verslikking
Slachtoffer:
  1. kan niet praten, hoesten ademen (soms piepende ademhaling)
  2.  is in paniek
  3.  kan buiten bewustzijn raken

Slide 12 - Tekstslide

Vergiftiging

Slide 13 - Tekstslide

- een vergiftiging krijg je​ doordat je lichaam gif heeft binnen gekregen​

- gif komt je lichaam binnen​
via de mond en via de huid

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden:
​* Jong kind drinkt uit fles schoonmaakmiddelen of neemt medicijnen

* Iemand neemt al zijn slaappillen tegelijk om zelfmoord te plegen
* Iemand ademt giftige dampen in op zijn werk
* Iemand krijgt ademhalingsproblemen door brand in zijn keuken

Slide 15 - Tekstslide

Soorten vergiftiging
​* Inslikken; bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen, medicijnen, bestrijdingsmiddelen
* Inademen; giftige gassen, dampen, drugs
* Via huid, ogen of injectie: chemicaliën, zuur of kalk, drugs of medicijnen
* Zelfvergiftiging; chemicaliën, medicijnen, drugs

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je?
* Je ziet dat iemand schadelijke stoffen binnen krijgt
* Jeuk, droge mond, wazig zien, pijn
* Ernstig: verwardheid, onrust, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, flauw vallen

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Gezamenlijk: opdracht 45 in It's Learning

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Maken:

Thieme: BASIS boek Helpende Zorg en Welzijn, opdracht in 4.3, 1 t/m 5 online maken
           Lezen:
Hoofdstuk 4: Bijdragen aan een veilige werkomgeving
Paragrafen 4.2 en 4.3 





Slide 19 - Tekstslide