Lesson 1
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Last Chapter
No SO and PW
Only PW
Only SO
SO and PW but shorter
Slide 4 - Poll
Slide 5 - Tekstslide
waterskiing
swimming
waterpolo
windsurfing
rowing
sailing
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Ik gebruik "was en were" ....
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Altijd
D
Nooit
Slide 14 - Quizvraag
Joannie ______ in Auckland last week.
A
was
B
were
Slide 15 - Quizvraag
Correct?
She were gone.
She were gone.
A
yes
B
no
Slide 16 - Quizvraag
______ she there?
A
WAS
B
WERE
Slide 17 - Quizvraag
Lucy ... tired.
A
was
B
were
Slide 18 - Quizvraag
You ... in the garden.
A
Was
B
Were
Slide 19 - Quizvraag
Aan het einde van de les weet ik wat ik moet doen als ik een tekst moet scannen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Poll
Aan het einde van de les weet ik hoe ik het werkwoord 'to be'/'zijn' in de verleden tijd moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃
