Week 21 Lezen 5.11 en 5.12 KGT
1 / 31
Lesduur is: 31 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke onderdelen zijn belangrijk bij verkennend lezen?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat weet jij al over dit onderwerp?
‘Halt-straf voor wangedrag jongeren op het voetbalveld´
‘Halt-straf voor wangedrag jongeren op het voetbalveld´
Slide 8 - Woordweb
Een Halt-straf krijg je van Bureau Halt. Wat is Bureau Halt? Als je het niet weet, zoek het dan op.
Slide 9 - Open vraag
Lijkt de tekst jou interessant? Waarom wel / waarom niet?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Welke manier om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver?
A
het onderwerp van de tekst noemen
B
een belangrijke vraag stellen
C
een verhaaltje vertellen
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf uit de tekst een synoniem of omschrijving op van de volgende woorden:
a. het wangedrag (titel)
b. het klimaat (regel 22)
c. de afname (regel 27)
a. het wangedrag (titel)
b. het klimaat (regel 22)
c. de afname (regel 27)
Slide 13 - Open vraag
‘De overtreder wordt aan de tand gevoeld.’
(regel 10-13)
(regel 10-13)
Slide 14 - Open vraag
‘Hij moet mondeling en schriftelijk excuses aanbieden.’ (regel 16-18)
Slide 15 - Open vraag
Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
Slide 16 - Open vraag
Kijk nog eens naar alinea 4 en 5.
Welk tussenkopje past het best boven deze alinea’s?
Welk tussenkopje past het best boven deze alinea’s?
A
Veiliger klimaat
B
Elkaar aanspreken
C
Amateursporters
D
Advies voor verenigingen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de kernzin van alinea 4?
Slide 18 - Open vraag
Zijn de andere zinnen van alinea 4 voorbeelden of uitleg?
A
Voorbeelden
B
Uitleg
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de tekstsoort van de tekst?
Slide 20 - Open vraag
Wat is het doel van de schrijver?
In welke alinea zie je dit?
In welke alinea zie je dit?
Slide 21 - Open vraag
Welke manier om een tekst af te sluiten gebruikt de schrijver?
A
een samenvatting geven
B
een conclusie trekken
C
een advies geven of een oproep doen
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
In een samenvatting zet je de belangrijkste dingen uit een tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
De hoofdgedachte van een tekst is: wat de schrijver in zijn hoofd over de tekst denkt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
De hoofdgedachte van een tekst is: in één zin opschrijven wat de schrijver over het onderwerp van de tekst zegt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
In een samenvatting sla je alle kernzinnen over.
A
Waar
B
Niet waar
