De mate waarin de cliënt instaat is om zichzelf te redden en voor zichzelf te zorgen. Op drie niveaus:
1. ADL: wassen, eten, naar toilet gaan
2. Sociale zelfredzaamheid: sociale vaardigheden beheersen bijv. nee kunnen zeggen, luisteren, etc.
3. Maatschappelijke zelfredzaamheid: staande houden in de samenleving bijv. gebruik maken van instanties, deelnemen aan het verkeer