Samenvatting maken

Samenvatting maken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samenvatting maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het proces van het maken van een samenvatting
Identificeren van hoofdgedachte en sleutelwoorden, weglaten van bijzaken en details

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van het kunnen maken van een samenvatting
Belangrijke vaardigheid voor studie en begrip van teksten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Essentiële elementen van een samenvatting
Hoofdgedachte, sleutelwoorden, hoofdzaken, bijzaken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nut van aantekeningen maken bij het samenvatten
Aantekeningen helpen bij het vaststellen van hoofdgedachte en sleutelwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een afvinklijst om de kwaliteit van een samenvatting te beoordelen
Gebruik van checklist om volledigheid van de samenvatting te controleren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een praktijkvoorbeeld van een samenvatting
Voorbeeld van een beknopte samenvatting die de essentie van de tekst weergeeft

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Hoofdgedachte: Het belangrijkste wat de schrijver je wil vertellen. Sleutelwoorden: Woorden die direct verband houden met de hoofdgedachte. Hoofdzaken: De primaire punten die nodig zijn om de kern van de tekst te begrijpen. Bijzaken: Details die niet cruciaal zijn voor het begrip van de hoofdgedachte of de kern van de tekst. Aantekeningen maken: Het proces van het markeren of noteren van belangrijke informatie ter voorbereiding van een samenvatting. Afvinklijst: Een checklist die wordt gebruikt om de volledigheid van een samenvatting te beoordelen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.