Cursus 7 Spelling vt zwakke ww + les 2 Plan je reis

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
leesboek
 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
leesboek
 

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Werkwoordspelling pv verleden tijd, zwakke ww
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 2 van 'Plan je reis' 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Spelling: Je herhaalt het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • Spelling: Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd spellen van zwakke werkwoorden

  • Werkstuk: Je maakt een infoblad over jouw vakantieland


Slide 3 - Tekstslide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Werkwoordspelling pv verleden tijd, zwakke ww
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 1 van 'Plan je reis' 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer? Je hebt 2 manieren geleerd.

Slide 5 - Open vraag

Ik kan de persoonvorm in de tegenwoordige tijd in een zin zetten
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

WERKWOORDSPELLING

persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd van zwakke werkwoorden

 

Slide 7 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
1. Ik-vorm (aangepaste stam)
2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord


Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!
Vormen

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Spelling, verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

dubbel d of dubbel t
  • ls de stam eindigt op een 'd' dan zet je er 
  -de(n) achter -> brand -brandde

* Als de stam eindigt op een 't' dan zet je er 
 -te(n) achter -> zet - zette

Slide 16 - Tekstslide

Verhuizen en verven
stam
ik-vorm
verleden tijd
verhuiz
verhuis
verhuisde
verv
verf
verfde

Slide 17 - Tekstslide

Typ de persoonsvorm.
Hij (luisteren, vt) .............. naar de docent.

Slide 18 - Open vraag

Typ de persoonsvorm.
Ik (zetten, vt) de bloemen op tafel.

Slide 19 - Open vraag

Typ de persoonsvorm.
Het huis (branden) volledig af.

Slide 20 - Open vraag

Samenvattend
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
 ik-vorm (+t) (enkelvoud)
 / hele werkwoord (meervoud)

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden: 
ik-vorm + de(n) / ik-vorm + te (n)
gebruik 'T eX KoFSCHiP bij twijfel


Slide 21 - Tekstslide

't ex kofschip
De regel is dus:

1. Hele werkwoord - en
2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip?
3. ja=t  en nee=d 

VB: durven-en=durv, de 'v' zit er niet in, dus durfde(n)/gedurfd
LET OP!! DEZE REGEL GEBRUIK JE ALLEEN IN DE VT EN BIJ HET VD!!!

Slide 22 - Tekstslide

Cursus 7 Spelling werkwoorden
Opdracht paragraaf 8: 
Maak opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 op je Ipad in je online boek Havo/Vwo.




Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: Je Ipad
Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag of kijk het journaal terug




timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Werkwoordspelling pv verleden tijd, zwakke ww
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 2 van 'Plan je reis' 

timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Met dit onderdeel heb ik goed meegedaan tijdens de les
A
persoonsvorm verleden tijd
B
Plan je reis
C
Beiden
D
Allebei niet

Slide 25 - Quizvraag