les 3

Degrees of comparisons 
trappen der vergelijking
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Degrees of comparisons 
trappen der vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

zegt iets over een zelfstandig naamwoord
(dus over een mens, dier, plant of ding)
een bijvoeglijk naamwoord 
het mooie meisje
de snelle auto
de schattige hond

Slide 2 - Tekstslide

als we dingen vergelijken en iets of iemand is groter / sneller/ leuker / mooier/ lekkerder enz. dan noemen we dat de : vergrotende trap
           groot                 groter

Slide 3 - Tekstslide

in het Engels zet je dan -er achter het woord 
small - smaller
fast - faster
high - higher
       small           smaller

Slide 4 - Tekstslide

Achter het woord + er zet je dan than
this dog is smaller than that one
smaller than

Slide 5 - Tekstslide

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........
A
old
B
older
C
olden
D
oldest

Slide 6 - Quizvraag

This magazine is cheap, but that
one is...........
A
cheaper
B
cheaping
C
cheap
D
cheapest

Slide 7 - Quizvraag

Als we dingen vergelijken en iets is het mooist/ grootst/ lekkerst/leukst enz dan noemen we dit de overtreffende trap
           groot                 groter                 grootst

Slide 8 - Tekstslide

in het Engels zet je dan -est achter het woord 
fastest 
smallest
highest
               small       smaller    smallest

Slide 9 - Tekstslide

Voor het woord + est zet je dan the
This is the smallest dog they have

Slide 10 - Tekstslide

He is ................. man in our village.
A
strongest than
B
stronger than
C
the strongest
D
the stronger

Slide 11 - Quizvraag

He has .......... car in our family.
A
faster than
B
the faster
C
fastest than
D
the fastest

Slide 12 - Quizvraag

This is a nice cat. It's much ...............
.
my friend's cat
A
nicer than
B
niceer than
C
the nicest
D
the niceest

Slide 13 - Quizvraag

This joke was ....................
joke I've ever heard.
A
the funnyest
B
funnyer than
C
the funniest
D
funnier than

Slide 14 - Quizvraag

London is .............city in Europe.
A
largeer than
B
the largeest
C
larger than
D
the largest

Slide 15 - Quizvraag

You look ........... yesterday
A
the happyest
B
the happiest
C
happier than
D
happyer than

Slide 16 - Quizvraag

My dog is ............. than your pony
A
the bigest
B
the biggest
C
biger than
D
bigger than

Slide 17 - Quizvraag

open your book p.171
Ex 9+10
klaar??
 5.2
Ex 11+12+13

Slide 18 - Tekstslide