Duidelijk geformuleerd – De stelling is helder en niet dubbelzinnig.
Stellig en beargumenteerbaar – Het is een bewering, geen vraag of constatering.
Niet te algemeen of te specifiek – De stelling moet inhoudelijk debat mogelijk maken.
Onderbouwd met argumenten – Er moeten logische redenen voor en tegen te geven zijn.
Relevant en actueel – De stelling moet aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep.
Voorbeeld:
"Sociale media hebben een negatieve invloed op de mentale gezondheid van jongeren."