Debat+discussie

Nederlands 
Debat & Discussie 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Debat & Discussie 

Slide 1 - Tekstslide

Je weet wat een discussie is
Je weet wat een stelling is
Je weet wat argumenten zijn
De kent de regels van een debat
Lesdoel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Debat/Discussie Regels

  • Je steekt je vinger op als je wat wilt zeggen
  • Je gaat staan als je aan het woord bent
  • Je luistert naar elkaar en laat elkaar uitpraten
  • Je laat een ander uitpraten
  • Leg met voorbeelden uit waarom je iets vindt
  • Durf ook toe te geven
  • Val nooit iemand persoonlijk aan, maar altijd zijn boodschap



Slide 5 - Tekstslide

Stelling maken - regels

Duidelijk geformuleerd – De stelling is helder en niet dubbelzinnig.
Stellig en beargumenteerbaar – Het is een bewering, geen vraag of constatering.
Niet te algemeen of te specifiek – De stelling moet inhoudelijk debat mogelijk maken.
Onderbouwd met argumenten – Er moeten logische redenen voor en tegen te geven zijn.
Relevant en actueel – De stelling moet aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep.

Voorbeeld:
"Sociale media hebben een negatieve invloed op de mentale gezondheid van jongeren."

Slide 6 - Tekstslide

Stelling

Schoolboeken moeten volledig vervangen worden door iPads of laptops

Slide 7 - Tekstslide

Stelling


Dure merkkleding moet verboden worden op school

Slide 8 - Tekstslide

Stelling


Donald Trump is een goede keuze als nieuwe president van Amerika

Slide 9 - Tekstslide

Nu zelf
(Werk alleen of in een tweetal)
  1. Zoek 3 nieuwsartikelen die actueel en relevant zijn voor jullie leeftijd.
  2. Maak aan de hand van een dit artikel een stelling.
  3. Werk per stelling minimaal 3 voor en 3 tegen argumenten uit.
  4. Zet deze in een verzorgd Word document.

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie


Hoe ging het?

Wat kan er beter?

Lesdoelen bereikt?


  • Je kunt de termen: debat en discussie uitleggen
  • Je weet wat een stelling is
  • Je kent het verschil tussen een debat en een discussie
  • Je kunt naar elkaar luisteren en om de beurt reageren op een ander
  • Slide 11 - Tekstslide