08 voorkeur voor en spaarrekeningen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wft BasisMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hans woont in Nederland. Hij wil geld overboeken naar een bedrijf in Spanje.

Kan hij deze overschrijving net zo gemakkelijk doen als een overschrijving in Nederland?

Slide 4 - Open vraag

Ja, hiervoor maakt hij gebruik van SEPA en de regels van PSD zijn van toepassing. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Funding
Is de grondstof van de bank
Geld inkopen (voor weinig geld) 
Geld verkopen (voor veel geld)
Verschil = rentemarge

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico's die banken lopen
Kredietrisico : de lener betaalt het geld niet terug
Renterisico: te duur ingekocht en niet met winst te verkopen
Valutarisico: de koers van de munt daalt
Liquiditeitsrisico : bankrun
Marktrisico :(effecten/investeringen onverkoopbaar)

Slide 7 - Tekstslide

Twee filmpjes:
Kort: wat een bankrun inhoudt (wie het eerst komt, krijgt het geld nog, te laat: geld is op
Langer: de oproep om alle geld bij DSB weg te halen en bank failliet te laten gaan

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de functie van de bank waarbij de bank de spaarders en de leners bij elkaar brengt?

Slide 9 - Open vraag

Transformatiefunctie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet geld in deze vorm?
(contant)
A
Chartaal
B
Giraal
C
Electronisch

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrij opneembare spaarvormen: altijd direct beschikking over spaargeld (kan ook je betaalrekening zijn)
Niet-vrij opneembare spaarvormen:
  • Deposito: voor een bepaalde periode, tegen een bepaalde rente zet je je spaargeld vast. Je ontvangt dan meer rente dan op een 'vrije' spaarrekening
  • Klimrente => Zoek maar eens op
    wordt deze nog wel aangeboden? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

+ uitvaartverzekering. Extra vrijstelling in Box 3
Samenvatting banksparen: 
Banksparen: speciale geblokkeerde spaarrekening. Doel is vaak aanvulling op het pensioen.
Storting fiscaal aftrekbaar, tot bepaald maximum. Uitkeringen over minimaal 5 jaar en zijn wél belast.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een spaarrekening en een deposito?
A
Weinig rente op een deposito en veel op spaarrekening
B
Geld staat vast bij deposito en niet op een spaarrekening
C
Een vaste looptijd op een spaarrekening
D
Variabele rente op het saldo van een deposito

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sparen voor je pensioen kan je doen via:
A
Banksparen
B
Lijfrente
C
Je werkgever
D
Zowel A, B en C zijn goed.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de spaartermijn langer is, is de rente over het algemeen
A
lager
B
hoger

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies