Lesson 5: word formation + spot mistakes in sentences. + on, in, at

Today
1. Prepositions; on/in/at
2. Spot the mistakes
3. Wordformation
4. Planner
5. Homework

AIM: I know when to use what preposition
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today
1. Prepositions; on/in/at
2. Spot the mistakes
3. Wordformation
4. Planner
5. Homework

AIM: I know when to use what preposition

Slide 1 - Tekstslide

Prepositions of place
We gebruiken at als je het hebt over dat iemand of iets 
bij een bepaalde locatie is:
--> I'm waiting for you at the airport.

We gebruiken on als je het over de oppervlakte hebt 
/ iets ergens bovenop is / een vervoersmiddel:
--> I'm sitting on the table.

We gebruiken in als je het hebt over dat iemand 
of iets in een bepaalde locatie is:
--> I'm sleeping in my bed.


Slide 2 - Tekstslide

Prepositions of time
We gebruiken at als je het hebt over specifieke tijdstippen:
--> We will arrive at noon / 3 o'clock / lunchtime.

We gebruiken on als je het hebt over dagen en data:
--> We will arrive on Sunday / your birthday / 10 April 1989.

We gebruiken in als je het hebt over langere periodes of als je het woord 'over' bedoeld:
--> We will arrive in August / spring / the evening / 10 minutes.

Slide 3 - Tekstslide

Working from the book
p. 34, ex. 1, 2, 3
timer
6:00

Slide 5 - Tekstslide

Correct the mistakes
- Hard part of the test; let's practise!

1. Open the website and practise

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Word formation
- Hard part of the test; let's practice!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Planner
1. Grab your planner
2. Choose an exercise 
3. Write down the date of today in your planner
--> at the exercise you have done today.
4. Check yourself
5. ''Signature''

Slide 10 - Tekstslide

Homework
1. P. 42, ex. 3, 4. 
2. p. 43, ex. 4
3. Practise; 
https://www.english-grammar.at/online_exercises/prefixes-suffixes/prefixes-suffixes-index.htm

AIM: I know when to use what preposition

Slide 11 - Tekstslide