RIjnland actief Financien les 2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt er georganiseerd?
A
een marathon
B
een trailrun
C
een lunch
D
een museumbezoek

Slide 5 - Quizvraag

Waar gaat onze groep over?
A
geld verzamelen
B
draaiboek
C
route maken
D
overzicht van kosten maken

Slide 6 - Quizvraag

Alledaagse uitgaven noem je ook.....
A
huishoudelijke uitgaven
B
vaste uitgaven
C
toevallige uitgaven
D
onverwachte uitgaven

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van incidentele uitgaven?
A
brood kopen
B
huur betalen
C
telefoonkosten betalen
D
repareren van een auto

Slide 8 - Quizvraag

Minder uitgeven dan je van plan was, noem je...
A
crediteren
B
bezuinigen
C
budgetteren
D
resetten

Slide 9 - Quizvraag

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven, noem je een...
A
budget
B
inschatting
C
budgettering
D
begroting

Slide 10 - Quizvraag

De hoeveelheid geld waarvan je moet rondkomen (het bedrag dat beschikbaar is) noem je een...
A
inkomsten
B
uitgaven
C
begroting
D
factuur

Slide 11 - Quizvraag

Als je je uitgaven gaat aanpassen aan je budget, hoe heet het dan?
A
factureren
B
crediteren
C
budgetteren
D
financieren

Slide 12 - Quizvraag

Wie is deze man?

Slide 13 - Tekstslide

Jeff Bezos, oprichter van Amazon,  $177 billion

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat zou jij doen in Wesley’s situatie?

-Had hij dit anders kunnen aanpakken?

 -Zou jij voor het luxere maar duurdere hoesje gaan
of koop je liever een goedkoper simpeler
exemplaar? Waarom?

Slide 16 - Tekstslide

Waar let jij op als je een aankoop doet?



 

Slide 17 - Tekstslide

Als je iets wilt kopen, is het handig om de
volgende vier stappen te doorlopen:

1. Zoek uit wat een redelijke prijs voor jouw
product is.
2. Vergelijk prijzen in winkels of op internet.
3. Heb je het nodig? Krijg je garantie?
Komen er nog extra kosten bij? Maak
bewust een keuze. 
4. Welk product past
het best bij je wensen en je budget?


 

Slide 18 - Tekstslide

Van veel dingen weten we vaak niet precies hoeveel die kosten.

Zo kost
het 12 uur laten branden van een 60W lamp ongeveer 20 cent. Als je zo’n lampje een jaar lang dag en nacht zou laten branden, kost je dat € 146!






 

Slide 19 - Tekstslide

Voer Opdracht 2 uit. 
Zie uitgedeelde papieren.

Schat de kosten in.






 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Op wie lijk je het meest?

Slide 22 - Tekstslide

Welke tips zou je kunnen geven aan onderstaande 
jongeren?

Slide 23 - Tekstslide

Handige tips:

*Vergelijk de prijzen voor hetzelfde product bij verschillende winkels
*Kijk rond, maak geen snelle beslissingen
*Kijk naar aanbiedingen
*Kijk naar je budget
*Kijk naar eventuele bijkomende kosten (verze-
kering etc.)

Slide 24 - Tekstslide

Deel 2 - Oefenen met het maken van een begroting.


Slide 25 - Tekstslide

Deel 2
Opdracht - klassikaal 

-evenement bedenken
-kosten inschatten
-echte kosten onderzoeken/berekenen
-begroting vorm geven - digitaal/op papier
-wat gaat er in de begroting?

Slide 26 - Tekstslide

Deel 2
Opdracht - in groepjes 

-bedenk een evenement dat wij met deze groep zouden kunnen bijwonen of organiseren
-maak een begroting (onderzoek de kosten, afhankelijk van de activiteit let op het aantal personen, dieetwensen, etc.)
-presenteer de activiteit z.s.m. maar uiterlijk volgende les zodat we er één kunnen kiezen en organiseren

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide