Werkproces 4

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Werkproces 4

Werkproces 4

Voert zorg- / begeleidingsactiviteiten uit

Leerdoel

Je voert de in het (zorg) plan beschreven activiteiten uit waarbij

je blijvend rekening houdt met de wensen en behoeften van de cliënt/zorgvrager. 

Dit houdt in:

• je bent op de hoogte van zorgplannen en welke ondersteuning die je moet bieden aan zorgvragers
• je hebt kennis van wetten, richtlijnen en protocollen, handelingsplannen en risicoscorelijsten
• Je kan de zorg zelfstandig uitvoeren rondom een zorgvrager
• Je kan communiceren met zorgvragers, het sociale netwerk en verschillende disciplines)

Leerdoel

Je ondersteunt de zorgvragers en het sociale netwerk bij het voeren van de regie bij wonen en stimuleert of activeert waar nodig. 

Dit houdt in:

• Je kunt zorgvragers en/of het sociale netwerk ondersteunen en motiveren bij eigen regie huishouden en wonen
• Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is dat je een stappenplan of begeleidingsactiviteit evalueert.
• Je kunt zorgvragers informeren over de mogelijke inzet van hulpmiddelen en domotica om het zelfstandig wonen te verbeteren

Leerdoel

Je helpt bij praktische zaken, ontwikkelen van vaardigheden, het realiseren van een passende dag invulling of dagbesteding en het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk. 

Dit houdt in:

• Je kent verschillende vormen van begeleiding 
• Je kan een stappenplan maken voor het ontwikkelen van een vaardigheid van een zorgvrager 
• Je kan een passende dag invulling met de zorgvrager maken rekening houden met het belang wensen en behoeften 
• Je ondersteunt bij het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk

Leerdoel

Je ondersteunt de zorgvragers bij persoonlijke verzorging, activiteiten van het dagelijks leven, opname van voeding en vocht, uitscheiding, uiterlijke verzorging, mobiliteit en waak en slaap ritme.

(Denk aan de vaardigheidslessen en de aftekenlijst persoonlijk zorg)

Leerdoel

Je houdt het welbevinden van de zorgvragers in de gaten en voorkomt zoveel mogelijk complicaties en ongemakken en let op overbelasting van de zorgvragers en het sociale netwerk en bespreekt zo nodige een andere taakverdeling. 

Dit houdt in:

• Je kunt observaties verrichten, en bij veranderingen in gedrag of gezondheid de juiste maatregelen nemen, monitoren en rapporteren.
• Je kunt uitleggen hoe je let op overbelasting van de zorgvrager en/of het sociale netwerk.
  
• Je bespreekt zo nodig een andere taakverdeling met de zorgvrager en/of het sociale netwerk. 

Leerdoel

Je biedt in voorkomende gevallen palliatieve en terminale ondersteuning. 

Dit houdt in:

• Je hebt de kennis rondom palliatieve en terminale zorg
• Je kunt op professionele wijze het sociale netwerk van de zorgvrager begeleiden en ondersteunen tijdens de palliatieve en terminale fase en na het overlijden van de zorgvrager.
• Je kunt de procedure omtrent de afwikkeling na overlijden van een zorgvrager benoemen. 

Leerdoel

Je zet ondersteunende en toezichthoudende (technologische) hulpmiddelen adequaat in bij de zorg die je geeft en je weet welke wetgeving hierbij van toepassing is. 

Dit houdt in:

• Je kunt aangeven welke ondersteunende rol toezichthoudende en ondersteunende domotica kunnen bieden bij de zorg. 
• Je kunt de zorgvrager voorlichten over en ondersteunen bij het gebruik van domotica en e-health. Daarbij heb je kennis van wetgeving en ethische vraagstukken rondom technologische ontwikkelingen.