Test je zelf Licht NOVA lenzen lenzenformule vergroting deel 1
Lenzenformule
Vergroting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lenzenformule
Vergroting
Slide 1 - Tekstslide
Welke lens is het sterkst ?
Welke lens heeft de grootste brandpuntsafstand?
A
sterkste lens = a
grootste brandpuntsafstand = a
B
sterkst lens = a
grootste brandpuntsafstand = b
C
sterkst lens = b
grootste brandpuntsafstand = b
D
sterkst lens = b
grootste brandpuntsafstand = a
Slide 2 - Quizvraag
Welke werking heeft lens a en is deze positief of negatief ?
A
convergerende werking
positieve lens
B
convergerende werking
negatieve lens
C
divergerende werking
positieve lens
D
divergerende werking
negatieve lens
Slide 3 - Quizvraag
Welke werking heeft lens b en is deze positief of negatief ?
A
convergerende werking
positieve lens
B
convergerende werking
negatieve lens
C
divergerende werking
positieve lens
D
divergerende werking
negatieve lens
Slide 4 - Quizvraag
Welke werking heeft lens c en is deze positief of negatief ?
A
convergerende werking
positieve lens
B
convergerende werking
negatieve lens
C
divergerende werking
positieve lens
D
divergerende werking
negatieve lens
Slide 5 - Quizvraag
Wat zit er in de koker a ?
A
niets
B
holle lens
C
bolle lens
D
spiegel
Slide 6 - Quizvraag
Wat zit er in de koker b ?
A
niets
B
holle lens
C
bolle lens
D
spiegel
Slide 7 - Quizvraag
Wat zit er in de koker c ?
A
niets
B
holle lens
C
bolle lens
D
spiegel
Slide 8 - Quizvraag
Wat zit er in de koker d ?
A
niets
B
holle lens
C
bolle lens
D
spiegel
Slide 9 - Quizvraag
Vanuit een klein lampje valt licht op een positieve lens. Het licht komt achter de lens weer in één punt. Hoe noem je dit punt ?
A
het beeldpunt
B
het brandpunt
C
het voorwerpspunt
D
het midden van de lens
Slide 10 - Quizvraag
Met een + lens kan je een voorwerp afbeelden op het scherm.
Welke bewering is waar over het beeld ?
A
beeld is rechtop
beeld is altijd verkleind
B
beeld is rechtop
verschillende beeldgrootte
C
beeld is ondersteboven
beeld is altijd verkleind
D
beeld is ondersteboven
verschillende beeldgrootte
Slide 11 - Quizvraag
Een beeld maken met een + lens van een lampje op het scherm. Afstand lampje - lens = 15 cm. Afstand scherm - lens = 7,5 cm. Bereken de brandpuntsafstand. Antw. 1 decimaal.
Slide 12 - Open vraag
Beamer foto op scherm is 180 cm x 135 cm. De vergroting is 60 X Hoe groot is de afbeelding op een LCD scherm ? antwoord = ...... cm x ...... cm (één decimaal)
Slide 13 - Open vraag
f = 12 cm, hoogte kaars 10 cm, b = 36 cm Bereken v in cm.
Slide 14 - Open vraag
f = 12 cm, hoogte kaarsvlam 1,4 cm, b = 36 cm Bereken hoogte beeld van de vlam (cm) 1 decimaal
Slide 15 - Open vraag
f = 12 cm, hoogte kaarsvlam 1,4 cm, b = 36 cm Bereken sterkte van de lens 1 decimaal