4.1+4.2

4.1 +4.2 De inkomensverschillen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.1 +4.2 De inkomensverschillen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
  • De lorenz curve
  • Voor- en nadelen van inkomensverschillen
  • Wat doet de overheid aan inkomensverschillen
  • Vergrijzing

Slide 2 - Tekstslide

Lorenz curve
Een lorenz curve gaat over inkomensverschillen in een groep of land. 
De horizontale as zijn de mensen in de groep van arm naar rijk op basis van inkomen. De verticale as is het totale inkomen van de groep. De groene lijn is een evenredige inkomensverdeling. De rode lijn is de lorenz curve, die laat zien hoe groot de inkomensverschillen zijn. Hoe verder van de groene lijn af, hoe groter de inkomensverschillen.

Slide 3 - Tekstslide

Lorenz curve
Het gele stuk op de assen laat zien dat de 40% armste mensen van de groep, samen 10 % van het totale inkomen verdienen.
Dat betekent dat de overige mensen van de groep, de rijkste 60 % van de mensen, samen de overgebleven 90% (100-10) van het totale inkomen verdienen

Slide 4 - Tekstslide

Lorenz curve
Probeer nu zelf:


Hoeveel procent van het totale inkomen verdient de armste 80 procent van de groep?

Hoeveel procent van het totale inkomen verdient dan de rijkste 20 procent van de groep?

Slide 5 - Tekstslide

Lorenz curve
Op je examen krijg je vaak direct de vraag hoeveel procent het rijkste gedeelte van de groep verdient, arceer dan eerst het armste/andere gedeelte van de groep, het percentage dat overblijft van het totale inkomen is voor het rijkste gedeelte van de groep.

Slide 6 - Tekstslide

Nivellering en denivellering
Nivellering betekent dat de inkomensverschillen kleiner worden.
Denivellering betekent dat de inkomensverschillen groter worden.

Als de Lorenz curve verschuift van rood naar blauw dan is er sprake van nivellering. De blauwe lijn zit dichterbij de groene lijn af. De armste 40 procent verdient nu 20  procent van het totale inkomen waar dat eerder maar 10 procent was.

Slide 7 - Tekstslide

Test jezelf
De rode en de blauwe lijn gaat over de inkomens voor en de inkomens na de belastingen in Nederland. Welke lijn gaat over de inkomens voor belastingen en welke lijn gaat over na belastingen?


Slide 8 - Tekstslide

De inkomstenbelasting in Nederland zorgen voor
A
Nivellering en zijn progressief
B
Nivellering en zijn degressief
C
Denivellering en zijn progressief
D
Denivellering en zijn degressief

Slide 9 - Quizvraag

Secundair en primair inkomen
De rode lijn staat hier gelijk aan het primaire inkomen in Nederland. Dat betekent het inkomen voor belastingen.

Doordat in Nederland de inkomstenbelasting progressief is en dus voor nivellering zorgt, is de blauwe lijn het secundaire inkomen. Dat is het inkomen na  aftrek van inkomstenbelasting.


Slide 10 - Tekstslide

Wat vind jij van progressieve belastingen?

Slide 11 - Woordweb

Als iedereen, ongeacht zijn inkomen er maandelijks 1000 euro bij krijgt, wat voor effect heeft dat op de inkomensverschillen?
A
Een nivellerend effect
B
Een denivellerend effect

Slide 12 - Quizvraag

Als iedereen, ongeacht zijn inkomen maandelijks 10% meer gaat verdienen, wat voor effect heeft dat op de inkomensverschillen?
A
Een nivellerend effect
B
Een denivellerend effect
C
Geen effect

Slide 13 - Quizvraag

Verandering in inkomensverschillen
Veranderingen zijn relatief, zo is de algemene heffingskorting van 3000 euro voor iemand met een miljoenensalaris maar een klein bedrag, terwijl dat voor iemand met een bijbaantje met minimumloon heel veel is.

Als iedereen procentueel dezelfde verandering heeft in het inkomen heeft dat geen effect op de inkomensverdeling en de Lorenz curve. Als iedereen exact hetzelfde bedrag aan verandering in zijn inkomen heeft dan heeft dat wel een effect, want de impact is veel groter voor de lage inkomens.

Slide 14 - Tekstslide

Zorgt de hypotheekrenteaftrek voor nivellering of denivellering?
A
Nivellering
B
Denivellering

Slide 15 - Quizvraag

Zorgen uitkeringen voor nivellering of denivellering
A
Nivellering
B
Denivellering

Slide 16 - Quizvraag

Zorgt de algemene heffingskorting voor nivellering of denivellering
A
Nivellering
B
Denivellering

Slide 17 - Quizvraag

Zorgt het eigenwoningforfait voor nivellering of denivellering?
A
Nivellering
B
Denivellering

Slide 18 - Quizvraag

Test jezelf
De rode en de blauwe lijn gaan over de inkomensverdeling van Afrika en Europa, welke lijn gaat over Afrika, welke over Europa?


Slide 19 - Tekstslide

Samengevat
De lorenz curve verschuift naar rechts en gaat verder van de groene lijn af als de inkomensverschillen toenemen.  Dit noemen we denivellering.

De lorenz curve verschuift naar links en gaat dichter naar de groene lijn toe als de inkomensverschillen afnemen. Dit noemen we nivellering.

Slide 20 - Tekstslide

Examen lorenz curve
Op je examen kan voor het totale inkomen en voor het aantal personen ook een waarde zijn gegeven.
Bijvoorbeeld, het totale inkomen is 10 miljoen euro en het totaal aantal personen is 5.000 personen.
vraag: Bereken aan de hand de Lorenz curve in de afbeelding rechts hoeveel een persoon die tot de armste 40 procent van de groep behoort gemiddeld verdiend.
Uitwerking zie volgende slide

Slide 21 - Tekstslide

Examen lorenz curve
40 % van de 5.000 mensen. Dus 5.000 : 100 x 40 = 2.000 mensen behoren tot de armste 40%.
Zij verdienen samen 10 % van het totale inkomen. Dus 10 miljoen : 100 x 10 = 1 miljoen euro verdienen de armste 40% bij elkaar.

2.000 mensen verdien samen 1 miljoen euro, gemiddeld verdient 1 persoon uit de armste 40 procent dus 1 miljoen : 2.000 = 5.000 euro.
Dus 1 persoon uit de armste groep verdient gemiddeld 5.000 euro.

Slide 22 - Tekstslide