Kerstquiz!

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
Kerstquiz!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
Kerstquiz!

Slide 1 - Tekstslide

Voor we gaan beginnen:

- Gebruik je eigen naam 

- We blijven tussendoor rustig

- Niet afkijken!

Slide 2 - Tekstslide

Laten we kijken wie het beste heeft opgelet!

Slide 3 - Tekstslide

In Australië vieren ze
kerst in de zomer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een feit?
A
Iets wat iemand vindt
B
Een standpunt
C
Iets wat werkelijk zo is en je kan controleren
D
Een opvatting

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet dit nummer?
A
Merry Christmas
B
Last Christmas
C
White Christmas
D
Happy Christmas

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen signaalwoord bij een opsommend tekstverband?
A
Ook
B
En
C
Bovendien
D
Maar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet deze
Kerstfilm?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het synoniem voor
kapot?

Slide 9 - Open vraag

Hoe heet de zangeres
van dit nummer?
A
Mariah Carey
B
Katy Perry
C
Madonna
D
Dua Lipa

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de lidwoorden op

Slide 11 - Open vraag


Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Lopen
B
Een
C
Luipaard
D
Die

Slide 12 - Quizvraag


Heeft Rudolph echt een rode neus?
A
Soms, als de Kerstman een borreltje in het drinkwater doet
B
Nee, dat is een verzinsel uit een kinderboekje
C
Ja! Dat komt door de vele bloedvaatjes in hun neus

Slide 13 - Quizvraag


Noteer de juiste vorm van staan in de verleden tijd
A
Staanden
B
Standen
C
Stond
D
Staan

Slide 14 - Quizvraag


Noteer het meervoud van piano
A
Pianoos
B
Piano's
C
Pianos
D
Pianoo

Slide 15 - Quizvraag

In de halve finale (blijken) Frankrijk een maatje te groot

Slide 16 - Open vraag


Wat is beter voor het milieu? Een echte kerstboom of een kunstboom?
A
Echte kerstboom
B
Kunstboom

Slide 17 - Quizvraag


Wat betekent het woord het assortiment?

Slide 18 - Open vraag


Wat betekent het woord hectisch?

Slide 19 - Open vraag

Hoeveel rendieren heeft de kerstman?
A
7
B
9
C
8

Slide 20 - Quizvraag


Sterke werkwoorden veranderen van...

Slide 21 - Open vraag

Als de kerstman thuis uit zijn raam kijkt, welk dier ziet hij dan niet?
A
IJsbeer
B
Poolvos
C
Pinguïn
D
Rendier

Slide 22 - Quizvraag

Ik eet ijs/eis
welke is juist?
A
IJs
B
Eis

Slide 23 - Quizvraag


Wat vieren we ook alweer met kerst?
A
De geboorte van Jezus Christus
B
Jezus Christus stond op uit de dood
C
De eerste kerstboom van Jezus Christus

Slide 24 - Quizvraag

Hebben jullie nog vragen over de toetsweek?

Slide 25 - Open vraag

Succes in de proefwerkweek!

Slide 26 - Tekstslide