U4 les 7
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Koppel de kenmerken aan de juiste woordsoort.
bijvoeglijk
naamwoord
bijwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
kan mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud en meervoud zijn
zegt iets over een werkwoord, een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord
heeft veel uitzonderingen
maak je meestal met -ment
onregelmatige vormen: bien, mieux, mal, vite
Slide 4 - Sleepvraag
"Malheureusement, Camille a peur. Elle n'ose pas aller dans le grand huit."
= quel est l'adverbe ?
= quel est l'adverbe ?
A
malheureusement
B
peur
C
ose
D
grand
Slide 5 - Quizvraag
Comment tu fais un adverbe ?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Mika est calme. Mika travaille ... (adverbe avec "calme")
Slide 9 - Open vraag
Mustafa est un garçon normal. .... , il travaille bien dans la classe (adverbe avec "normal")
Slide 10 - Open vraag
David est heureux dans la classe, .... (adverbe avec "heureux")
Slide 11 - Open vraag
Bijwoord
Bijvoeglijk nw
bon
mal
belle
méchant
très
souvent
lent
longtemps
vrai
bien
trop
doux
mieux
Slide 12 - Sleepvraag
Comment tu fais un adverbe ?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Exprimer son opinion
Mee eens
Mee oneens
Niet eens / niet oneens
Je ne suis pas du tout d'accord avec...
D'après moi X n'a pas raison, parce que...
Je suis tout à fait d'accord avec..
Je ne suis pas tout à fait d'accord avec..
Je ne suis ni pour, ni contre.
X a raison.
Slide 15 - Sleepvraag
Vertaal: Je bent het ermee eens
Slide 16 - Open vraag
Je comprends bien la classe
😒🙁😐🙂😃
