VWO H34 Direct costing - Les 3

VWO H34 Direct costing- Les 3
34.4 Verschil absorption costing en direct costing


1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VWO H34 Direct costing- Les 3
34.4 Verschil absorption costing en direct costing


Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  • Hulpmiddel voor keuze; welke opdracht van klanten neem je aan en welke niet? 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel vandaag
Je kunt het verschil in bedrijfsresultaat berekenen tussen de absorption costing en direct costing methode 

Slide 3 - Tekstslide

Als productie en afzet aan elkaar gelijk zijn



is het (begroot) bedrijfsresultaat bij absorption costing en direct costing hetzelfde. 

Slide 4 - Tekstslide

Maar hoe bereken je het bedrijfsresultaat als productie en afzet van elkaar verschillen en er dus sprake is van een voorraadmutatie?  
maand
voorraad begin maand
productie
afzet
voorraad einde maand
januari
1.000
200
150
1.050
februari
1.050
200
100
1.150
maart 
1.150
200
300
1.050
= +50

Slide 5 - Tekstslide

Absorption costing 
= integrale kostencalculatie

Kostprijs = C/N + V /B

Voorraad wordt geactiveerd tegen toegerekende constante en variabele kosten per product 
Direct costing 
= variabele kostencalculatie

Kostprijs = V 

Voorraad wordt geactiveerd tegen variabele fabricagekosten (dus exclusief variabele verkoopkosten) 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 34.7
Viajor BV maakt elektronische component Qaz 
  • Normale productie en afzet is 120.000 stuks per jaar 
  • Voor 2019: verwachte productie 120.000 en afzet 130.000 stuks 
  • Begin voorraad op 1/1/2019 is 15.000 stuks 
  • Constante fabricagekosten per jaar € 60.000 
  • Variabele fabricagekosten € 1 per stuk 
jaar
voorraad begin maand
productie
afzet
voorraad einde maand
2019
15.000
120.000
130.000
5.000 

Slide 7 - Tekstslide

Absorption costing 
bedrijfsresultaat = verkoopresultaat +/- budgetresultaten 

verkoopresultaat= 130.000 x (€3 - €1,50) =€195.000 

er is geen begroot bezettingsresultaat want B productie 120.000 = N productie 120.000

begroot bedrijfsresultaat = € 195.000


Direct costing 
bedrijfsresultaat = totale dekkingsbijdrage - constante kosten 

dekkingsbijdrage = 
130.000 x € 2 = € 260.000
constante kosten = € 60.000

begroot bedrijfsresultaat 
= € 260.000 - € 60.000 = € 200.000

begroot bedrijfsresultaat=  € 200.000





Viajor BV maakt elektronische component Qaz
  • Normale productie en afzet is 120.000 stuks per jaar
  • Voor 2019: verwachte productie 120.000 en afzet 130.000 stuks
  • Begin voorraad op 1/1/2019 is 15.000 stuks
  • Constante fabricagekosten per jaar € 60.000
  • Variabele fabricagekosten € 1 per stuk 
€ 5.000 verschil
= voorraadmutatie

Slide 8 - Tekstslide

Absorption costing 

Voorraad 1/1 = 15.000 x € 1,50 = € 22.500
Voorraad 31/12= 5.000 x€ 1,50= €   7.500
Voorraadafname                      = € 15.000




Direct costing 

Voorraad 1/1 = 15.000 x € 1   = € 15.000
Voorraad 31/12 = 5.000 x € 1= €   5.000
Voorraadafname                  = €  10.000






Viajor BV maakt elektronische component Qaz
  • Normale productie en afzet is 120.000 stuks per jaar
  • Voor 2019: verwachte productie 120.000 en afzet 130.000 stuks
  • Begin voorraad op 1/1/2019 is 15.000 stuks
  • Constante fabricagekosten per jaar € 60.000
  • Variabele fabricagekosten € 1 per stuk 
€ 5.000 verschil
€ 15.000
€ 10.000

Slide 9 - Tekstslide

Snel verschil in winst berekenen

verschil = 
(eindvoorraad - beginvoorraad) x constante kosten per product

Nb: als de voorraad is gedaald is de winst bij absorption kosten lager dan bij direct costing. 

Slide 10 - Tekstslide


timer
2:30

Slide 11 - Open vraag

variabele kosten 40% van de verkoopprijs = 

   variabele kosten      ..... %
+ winstopslag             40%
= verkoopprijs           100%



€ 19,20 / 60 x 100 = € 32,00

Slide 12 - Tekstslide


timer
4:00

Slide 13 - Open vraag

  • Dekkingsbijdrage = verkoopprijs - variabele kostprijs  = € 32,00 - € 19,20 = € 12,80
  • Uit de dekkingsbijdrage worden de constante kosten voldaan. Break-even bij 25.000 stuks. 
  • constante kosten = 25.000 x € 12,80 = € 320.000

Slide 14 - Tekstslide


Verschil absorption costing - direct costing: constante kosten horen niet tot de kostprijs bij direct costing.

Slide 15 - Tekstslide


Bereken verschil m.b.v. snelle methode = verschil o.b.v. voorraadmutatie
timer
4:00

Slide 16 - Open vraag

Verschil absorption costing - direct costing: constante kosten horen niet tot de kostprijs bij direct costing. In deze opgave is machine-uurtarief deels constant: 60% van € 2,50 = € 1,50

Slide 17 - Tekstslide


verschil = (eindvoorraad - beginvoorraad) x constante kosten per product

- 1.000 x € 1,50 = - € 1.500
voorraad gedaald dus winst bij absorption costing ligt € 1.500 lager

Slide 18 - Tekstslide


Verkoopresultaat = (p - kostprijs) x afzet = (15 - 9,5) x 10.000 = 55.000
Bezettingsresultaat = (W - N) x const.k. per product = (9.000 - 10.000) x (0,6 x 2,50) = -1.500 
Bedrijfsresultaat bij absorption costing = 55.000 - 1.500 = 53.500

Slide 19 - Tekstslide

Bedrijfsresultaat bij absorption costing
Verkoopresultaat = ( p - kostprijs) x afzet
Bezettingsresultaat = (W - N) x constante kosten per stuk 
Bedrijfsresultaat = verkoopres. + bezettingsres. 
Normaal bereken je constante kosten per product met C/N.
In deze opgave variant daarvan, 60% x 2,50 = 0,6 x 2,50 = 1,5

Slide 20 - Tekstslide


Totale dekkingsbijdrage = (p - variabele kosten) x afzet = (15 - 2 - 5 - 0,4 x 2,5) x 10.000 = (15 - 8) x 10.000 = 70.000
Totale constante kosten = 10.000 x (0,6 x 2,5) = 10.000 x 1,5 = 15.000
Bedrijfsresultaat bij direct costing = 70.000 - 15.000 = 55.000

Slide 21 - Tekstslide

Bedrijfsresultaat bij direct costing
Totale dekkingsbijdrage = (p - variabele kosten per stuk) x afzet
Totale constante kosten = uit tekst halen
Bedrijfsresultaat = totale dekkingsbijdrage - totale constante kosten. 

Normaal kun je de totale constante kosten aflezen uit de tekst. In deze opgave een variant, waarbij je het zelf nog moet berekenen (10.000 x 0,6 x 2,5 = 15.000)

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord vraag 34.18
Verschil in bedrijfsresultaat:
absorption costing/ integrale kostencalculatie = € 53.500
direct costing = € 55.000
Dus € 1.500 lager

Slide 23 - Tekstslide

Opgave 34.16 t/m 34.18 (af-)maken

Slide 24 - Tekstslide


timer
2:00

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide


timer
3:00

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide


timer
5:00

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide


timer
4:00

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide


Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide


Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide


Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide


Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide


Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide