In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geluid
A
iets wat je waarneemt
B
een trilling
C
een beweging
D
een paradox
Slide 2 - Quizvraag
Waarmee meet je de geluidssterkte?
A
geluidsmeter
B
toonmeter
C
decibelmeter
D
sterktemeter
Slide 3 - Quizvraag
Vanaf hoeveel decibel heb je kans op gehoorschade?
A
100
B
150
C
90
D
190
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor geluidsterkte?
A
Toonhoogte
B
Frequentie
C
Decibel
D
Volume
Slide 5 - Quizvraag
De buurman heeft zijn radio hard aan staan. Jij zit in je kamer in je eigen huis en hoort het geluid.
Door welke tussenstoffen verplaatst het geluid zich?
Lucht
Muur
Lucht
geluid
trilling
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Toonhoogte
Snaren en Toonhoogte
De toonhoogte van een gitaar kun je makkelijk aanpassen. Dit doe je als je er muziek mee wilt maken, maar ook als je het instrument wilt stemmen.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is frequentie?
Slide 9 - Tekstslide
Frequentie (geluid)
Het aantal trillingen per seconde
De frequentie meten we in Hertz (Hz)
Slide 10 - Tekstslide
Het aantal trillingen per seconde noem je…..
Slide 11 - Open vraag
Een geluidsbron heeft een frequentie van 440 Hz. Hoeveel trillingen zijn er in 1 seconde.
Slide 12 - Open vraag
Hoe sneller iets trilt, hoe ……. de toon
Slide 13 - Open vraag
Als iets langzamer gaat trillen hoe ….. de toon
Slide 14 - Open vraag
Wat is de eenheid van frequentie
Slide 15 - Open vraag
Hertz vs Decibel
Hertz = Eenheid die aangeeft hoe hoog of laag een geluid is.
Decibel = Eenheid die aangeeft hoe hard of zacht een geluid is.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe verander je de toonhoogte?
Snaarinstrumenten
Slide 17 - Tekstslide
Toonhoogte (gitaar)
Hoe dunner de snaar hoe hoger de toon
Hoe korter de snaar hoe hoger de toon
Hoe strakker de snaar hoe hoger de toon
Slide 18 - Tekstslide
Blaasinstrumenten
Bij blaasinstrumenten maak je tonen door een kolom lucht in het instrument te laten trillen.
Als je een andere toon wilt, maak je de luchtkolom korter of langer. Dit doe je door de gaten te bedekken of open te maken met je vingers.
Slide 19 - Tekstslide
welke tonen mensen en dieren kunnen horen
Gehoorbereik
Onderste gehoorgrens: laagste toon die je kunt horen
Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die je kunt horen
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Maken van 4.3
2 t/m 21
timer
20:00
Slide 21 - Tekstslide
Frequentie
Frequentie is het zelfde als toonhoogte
De definitie van frequentie:
Het aantal trillingen per seconde
Slide 22 - Tekstslide
Als formule ziet het zo uit
Grootheid symbool eenheid symbool
Frequentie f Hertz Hz
Trillingstijd T seconde s
Slide 23 - Tekstslide
Trillingstijd en frequentie (aantekening)
Belangrijke opmerkingen
- Vergeet niet de formule goed op te schrijven - Geen grootheden of eenheden vergeten - Soms moet je miliseconde omrekenen naar seconde - gebruik alleen seconde en Hertz in de formule