Vrijdag 20 maart 2020

Le futur simple
T3. Hoofdstuk 3 bron C.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Le futur simple
T3. Hoofdstuk 3 bron C.

Slide 1 - Tekstslide

Welke tijd is de futur simple? Bedenk wat het woord futur betekent.

Slide 2 - Open vraag

Net zoals bij andere tijden moet je bij de futur simple ook uitgangen toevoegen. Waar zet je deze uitgangen achter?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurt er met een heel werkwoord op -re (bijv. vendre)

Slide 4 - Open vraag

Je (parler) _______

Slide 5 - Open vraag

Nous (finir) _______

Slide 6 - Open vraag

Ils (habiter) _______

Slide 7 - Open vraag

Vous (vendre) _______

Slide 8 - Open vraag

Il (apprendre) _______

Slide 9 - Open vraag

Onregelmatige werkwoorden
 aller > ir-   (tu iras)
vouloir > voudr-   (tu voudras)
 avoir > aur-   (tu auras)
pouvoir > pourr-   (tu pourras)
 être > ser-   (tu seras)
faire > fer-   (tu feras)
Hierachter komt dus nog wel een uitgang

Slide 10 - Tekstslide