In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
What is the Dutch word for Heron?
A
Reiger
B
herten
C
Hij liep
D
Hamster
Slide 1 - Quizvraag
What is the English word for "olifant"?
Slide 2 - Open vraag
What is the English word for "luis"?
Slide 3 - Open vraag
What is the English word for "zwaan"?
Slide 4 - Open vraag
What is the difference between a turtle and a tortoise?
Slide 5 - Open vraag
Antwoord
Turtle = waterschildpad
Tortoise = landschildpad
Slide 6 - Tekstslide
Can you give an example of a " warm-blooded" animal?
Slide 7 - Open vraag
What are some of the things a cold-blooded animal can do?
Slide 8 - Open vraag
Wat betekent giftig in het Engels?
A
Venomous
B
Venom
C
Poisonous
D
poison
Slide 9 - Quizvraag
The difference
According to biologists, the term venomous is applied to organisms that bite (or sting) to inject their toxins, whereas the term poisonous applies to organisms that unload toxins when you eat them.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een teek in het Engels?
A
Tuck
B
Tack
C
Thick
D
tick
Slide 11 - Quizvraag
What do you do when you are "trimming nails" (Nail trimming)
A
You cut the nails off completely
B
You trim the hind legs only
C
You trim the nails to a healthy length
D
You go to the nail salon and get your nails done
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het Engelse woord voor stamboom?
Slide 13 - Open vraag
Hoe vertaal je het werkwoord "paren" naar het Engels? (I'm not looking for the F-word)