Balans

Balans
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Balans

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn crediteuren?
A
Nog te ontvangen geld van klanten
B
Nog te betalen geld aan klanten
C
Nog te betalen rekeningen aan leveranciers
D
Nog te ontvangen geld van leveranciers

Slide 4 - Quizvraag

Een ventilator in een restaurant hoort bij de inventaris, een ventilator in het schap van een winkel hoort bij de voorraad.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Aan welke kant van de balans staan voorraad goederen?
A
Activa/ Debet/ Bezittingen
B
Passiva/ Credit/ Schulden

Slide 6 - Quizvraag

Als het slecht gaat met een bedrijf, zal het totaal van de debetzijde lager zijn dan het totaal van de creditzijde.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Kasgeld is onderdeel van het eigen vermogen. Het is immers van de eigenaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Michel verkoopt 400 producten voor €29 per stuk.
De inkoopwaarde bedroeg €8.400. De klant hoeft pas over 4 weken te betalen. Bereken met welk bedrag de post Debiteuren toeneemt.
A
€5.517,24
B
€8.400
C
€11.600
D
€29

Slide 9 - Quizvraag

Op welke post komt benzine in de tankauto van Shell voor de benzine stations te staan?
A
Vlottende activa
B
Vaste activa

Slide 10 - Quizvraag

Michel verkoopt 400 producten voor €29 per stuk.
De inkoopwaarde bedroeg €8.400.
De klant hoeft pas over 4 weken te betalen.
Welke post op de balans zal toenemen?
A
Debiteuren
B
Crediteuren
C
Kas
D
Vlottende activa

Slide 11 - Quizvraag

Wat is vlottende activa?
A
Activa dat langer dan 1 jaar meegaat
B
Activa dat korter dan 1 jaar meegaat

Slide 12 - Quizvraag

Waaronder valt een lening die is afgesloten bij je ouders?
A
Vlottende activa
B
Vast activa
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 13 - Quizvraag

Handelsonderneming Koopmans bv koopt bepaalde dvd's in voor €12,50 en verkoopt deze voor €18 per stuk.
In week 14 worden 300 van deze dvd's verkocht.
Bereken met welk bedrag het eigen vermogen van Koopmans bv hierdoor toeneemt.
A
€5.400
B
€1.650
C
€3.750
D
€3.000

Slide 14 - Quizvraag

Onder welke activa vallen de tankauto's van Shell die de benzine naar de benzinestations brengen?
A
Vlottende activa
B
Vaste activa

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn debiteuren?
A
Nog te ontvangen geld van klanten
B
Nog te betalen rekeningen aan leveranciers
C
Nog te betalen geld aan klanten
D
nog te ontvangen geld van leveranciers

Slide 16 - Quizvraag

Onder welke activa vallen de digitale camera's van fotograaf Koolen?
A
Vlottende activa
B
Vaste activa

Slide 17 - Quizvraag

Op de balans is activa hetzelfde als..
A
bezittingen
B
schulden
C
eigen vermogen
D
goederen die niet verkocht worden

Slide 18 - Quizvraag

Laura heeft het kantoor van een klant ingericht met planten. Laura hanteert een betalingstermijn van 2 weken (oftewel de klant hoeft pas over 2 weken te betalen).
Op welke post op de balans komt deze verkoop te staan?
A
Crediteuren
B
Debiteuren
C
Bank
D
Voorraad

Slide 19 - Quizvraag

Onder welke activa vallen de digitale camera's in het magazijn van de Media Markt in Nederland?
A
Vlottende activa
B
Vaste activa

Slide 20 - Quizvraag

Het vreemd vermogen is hetzelfde als:
A
de kortlopende schulden van een bedrijf
B
de langlopende schulden van een bedrijf
C
alle schulden van een bedrijf
D
het eigen vermogen

Slide 21 - Quizvraag

Piet heeft een nieuwe voorraad schoenen ingekocht. Hij moet nog 500 euro betalen aan zijn leverancier maar dat hoeft hij pas over 4 weken te doen.

Op welke post op de balans komt deze aankoop te staan?
A
Crediteuren
B
Debiteuren

Slide 22 - Quizvraag

Als Piet een debiteur is van Jan, is Jan een crediteur van Piet.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Gegeven:
Banksaldo (tegoed) € 3.000,-
Inventaris € 35.000,-
Kas € 500,-
Lening € 17.000,-
Voorraad € 22.000,-

Maak de balans en bereken het eigen vermogen

Slide 24 - Tekstslide

Balans
EV
Lening
Inventaris
Voorraad
Bank
Kas
€ 35.000,-
€ 22.000,-
€   3.000,-
€      500,-

€ 60.500,-
€ 43.500,-
€  17.000,-



€ 60.500,-
Debet
Credit

Slide 25 - Tekstslide