Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal, woordenschat solliciteren
Taal, woordenschat
Werk en solliciteren
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Praktijkonderwijs
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taal, woordenschat
Werk en solliciteren
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Vandaag gaan we het hebben over 'moeilijke' woorden die je tegen kan komen als je op zoek gaat naar werk en gaat solliciteren
Slide 2 - Tekstslide
Vacature
Als je op zoek gaat naar werk, moet je op zoek gaan naar vacatures. In vacatures staan ook soms moeilijke woorden..
Kijk maar..
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Functie =
A
De taken die jij uitvoert
B
De stages die je hebt gelopen
C
De certificaten die je hebt gehaald
D
Afspraken die je met je baas maakt
Slide 6 - Quizvraag
CV =
A
Brief waarin je schrijf wie je bent
B
Overzicht van al je gegevens
C
Alle baantjes die je hebt gehad
D
Werk wat jij echt niet leuk vindt.
Slide 7 - Quizvraag
Contract =
A
Lijst met bedrijven waar je kunt werken.
B
Afspraken over klusjes die je thuis moet doen.
C
Afspraken over het werken bij een bedrijf
D
Afspraken over hoe je met je collega's omgaat.
Slide 8 - Quizvraag
Motivatiebrief =
A
overzicht van jouw gegevens
B
de taken die jij uitvoert op het werk
C
Brief die je schrijft over waarom je de baan wilt.
D
Iets wat jij echt leuk vindt
Slide 9 - Quizvraag
En dan..
Je hebt de vacature gelezen. Daarna ga jij aan de slag met je CV en motivatiebrief. Dit gaan jullie tijdens de lessen op school zelf ook doen.
Slide 10 - Tekstslide
Daarna...
Het sollicitatiegesprek
Tijdens het sollicitatiegesprek kunnen er ook moeilijke woorden worden gezegd. Het is dus belangrijk dat je de meeste al kent.
We gaan nu oefenen!
Slide 11 - Tekstslide
Lichaamstaal
A
Alle gedachtes in jouw hoofd
B
Alles wat jij zegt met je lichaam, zonder woorden
C
Alles wat je tegen iemand zegt in een gesprek.
D
Een heel sterk persoon
Slide 12 - Quizvraag
Werknemer =
A
Iemand die elk werk wil doen.
B
Iemand die werk afpakt van een ander.
C
Iemand die een eigen bedrijf heeft.
D
Iemand die voor een ander werkt en daarvoor betaald krijgt.
Slide 13 - Quizvraag
Werkervaring
A
Werken op een boot.
B
Werk dat je heel goed kunt.
C
Alle baantjes en stages die jij hebt gehad. .
D
Werk wat jij echt niet leuk vindt.
Slide 14 - Quizvraag
Werkgever
A
Iemand die elk werk graag weggeeft
B
Iemand die jou rotklusjes geeft
C
Iemand die een eigen bedrijf heeft.
D
Iemand die werk geeft aan een werknemer
Slide 15 - Quizvraag
Arbeidscontract
voor
onbepaalde tijd.
A
Arbeidscontract ZONDER einddatum
B
Arbeidscontract voor bepaalde taken
C
Arbeidscontract voor 40 uur per week
D
Arbeidscontract MET einddatum
Slide 16 - Quizvraag
Vakantiegeld
A
Geld dat jij gevonden hebt op vakantie.
B
Geld dat jij moet betalen voor je vakantie.
C
Geld dat jij krijgt van jou werkgever.
D
Geld dat jij kunt verdienen in de vakantie.
Slide 17 - Quizvraag
Salaris
Een salaris wordt alleen uitbetaald in vakantiedagen.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Contract
Een contract krijg je bij een nieuwe baan.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Afspraak
Bij een contract ondertekenen beide partijen de afspraken
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Personeel
Alle mensen die werken in een bedrijf zijn het personeel.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Sollicitatie
Bij een sollicitatie gaat het met name om hoeveel pauze je hebt.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Voldoen aan
De nieuwe medewerker moet voldoen aan de eisen die het bedrijf stelt
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Kandidaat
Als je solliciteert, ben je kandidaat voor een baan.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Oefenen!
Je hebt nu al veel geoefend met moeilijke woorden.
Bij de volgende opdrachten moet je steeds 1 woord invullen dat je mist in de zin.
Slide 25 - Tekstslide
Welk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Een ...... heeft het gesprek met de kandidaat over een nieuwe baan
Slide 26 - Open vraag
Welk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Je ..... is een overzicht van je gegevens en dit stuur je per e-mail naar het bedrijf
Slide 27 - Open vraag
VWelk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Tijdens het ...... stelt de werkgever vragen over waarom jij aangenomen moet worden
Slide 28 - Open vraag
Welk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Een werkgever let niet alleen op wat je zegt, maar ook op je .......
Slide 29 - Open vraag
VWelk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
In het ..... staan afspraken die jij met de werkgever maakt
Slide 30 - Open vraag
Welk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Als je bent aangenomen, ben jij de ...... van dit bedrijf
Slide 31 - Open vraag
VWelk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Tijdens het gesprek vertel jij over welke stages / banen je hebt gehad, dus over je .....
Slide 32 - Open vraag
Welk woord moet er op de ....puntjes..... staan?
Functie - CV - motivatiebrief - sollicitatiegesprek - contract - werknemer - werkgever - salaris - ervaring - lichaamstaal -
Dit krijg je aan het einde van de maand.
Slide 33 - Open vraag
Met welke moeilijke woorden hebben we vandaag geoefend?
Slide 34 - Open vraag
Welke woorden kon jij al?
Slide 35 - Open vraag
Welke nieuwe woorden heb je geleerd?
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nu NL MIX 1.2 Solliciteren & woordenschat
Augustus 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorbereiding examen gesprekken 1/2
November 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
IJ3xu1 - Les 1 werk
September 2022
- Les met
12 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
2B - 29 januari Online
Januari 2021
- Les met
11 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Burgerschap- Les 2. Werk zoeken & 3. Je contract
April 2023
- Les met
31 slides
Burgerschap
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 1: Inleiding module Aanstelling & Functioneren
Mei 2024
- Les met
14 slides
Management
MBO
Studiejaar 2
Solliciteren - woordenschat
Januari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Evaluatie thema werk
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Alfabetisering NT2
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2