In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Gas, water en Elektriciteit
Slide 1 - Tekstslide
De formule voor volume is
A
tijd x debiet
B
debiet x tijd
C
tijd/debiet
D
debiet/tijd
Slide 2 - Quizvraag
De formule voor debiet is
A
volume/tijd
B
volume x tijd
C
tijd/volume
D
tijd x volume
Slide 3 - Quizvraag
Verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte geeft aan hoeveel warmte er vrij komt als je een bepaalde hoeveelheid van een brandstof verbrandt
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld
Benzine heeft een verbrandingswarmte van 33 MJ/L. Als je 5 L benzine verbrandt, kan er 5 x 33 MJ = 165 MJ energie vrijkomen.
Slide 5 - Tekstslide
Verbrandingswarmte
1kg droog hout = 16 MJ warmte
1kg steenkool = 29 MJ
Verbrandingswarmte -
Hoeveelheid energie wat vrij komt als je 1kg brandstof
verbrandt.
Vloeibare brandstoffen meet je per liter en gassen per m3
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld
Hout heeft een verbrandingswarmte van 16000 J/g
Als je 1 g hout verbrandt, komt er 16000 J aan warmte vrij
Als je 2 g hout verbrandt komt er dus 2 x 16000 = 32000 J aan warmte vrij
hoeveelheid warmte = verbrandingswarmte x hoeveelheid brandstof
Slide 7 - Tekstslide
Marcella gaat een kampvuur maken met 700 gram hout (verbrandingswarmte 16 MJ/kg), hoeveel warmte komt er vrij als ze al het hout verbrand?
A
43,75 J
B
11200 kg
C
11200000 J
D
11200 J
Slide 8 - Quizvraag
De formule voor warmte is
A
E / t
B
hoeveelheid stof/verbrandingswarmte
C
verbrandingswarmte x hoeveelheid stof
D
kWh / h
Slide 9 - Quizvraag
Vul het ontbrekende woord in: Een ......... is een bron die elektrische energie levert!!!
A
voltmeter
B
spanningsbron
C
amperemeter
D
batterij
Slide 10 - Quizvraag
Een stofzuiger van 1400 watt, twee lampen van 40 watt en een magnetron van 700 watt worden aangesloten op dezelfde groep. Hoe groot is de totale vermogen in kW?
A
P = 2180 kW
B
P = 2,140 kW
C
P = 2,180 kW
D
P = 2140 kW
Slide 11 - Quizvraag
Waarom heeft een broodrooster niet een 'eigen groep'?
A
Het heeft een klein vermogen
B
Het heeft een lage spanning
C
Hij heeft een groot vermogen
D
Er wordt niet voor 1 apparaat 1 groep gemaakt.
Slide 12 - Quizvraag
Zet de volgende apparaten op volgorde: van laag vermogen naar hoog vermogen.
De elektrische stroom komt het huis binnen in de meterkast.
In de meterkast zit de energie meter die wordt kiloWattuur meter genoemd (kWh- meter). Vanaf deze meter loopt de stroom door het huis in verschillende groepen. Hierdoor hoeft er niet teveel stroomstertke door de draden te lopen (veiligheid) en als er iets stuk is heb je in andere stroomkringen nog wel stroom.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Groepen in de meterkast
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid. Een ding is niet voor de veiligheid maar voor de stroomleverancier zodat je niet te weinig (of te veel) hoeft te betalen. Hoe heet dat ding.
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter
Slide 20 - Quizvraag
Veiligheid
Zekering : schakelt de stroom uit als de stroomsterkte te groot is.
Aardlekschakelaar: Schakelt de stroom uit bij lekstroom. Lekstroom ontstaat wanneer stroom uit de stroomkring verdwijnt. Bijvoorbeeld via je lichaam.
Slide 21 - Tekstslide
In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid. Een ding kun je gebruiken om de spanning van één groep te halen. Wat is hiervan de naam?
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter
Slide 22 - Quizvraag
Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Wat voor soort schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
D
geen van beide
Slide 27 - Quizvraag
Een ampèremeter sluit je in serie aan en een voltmeter parallel.
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht
Maak de toetsopdracht en op blz 114 en 115 uit je boek.