In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
§4.3 Nederland in 1848
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
- Welkom!
- Planning
- Uitleg par. 4.3
- Klokhuis
- Werken aan kwartet
- Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat belangrijke kenmerken zijn van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848
- Welke idealen de liberalen hebben op politiek en economisch gebied
- Waarom er in 1848 een nieuwe grondwet komt
Slide 3 - Tekstslide
Het koninkrijk der Nederlanden
In 1813 is Napoleon verslagen, er komt een nieuw bestuur
Europa besluit van Nederland een koninkrijk te maken
Om het sterk te maken wordt de Benelux samengevoegd
Al in 1830 komt België in opstand en wordt onafhankelijk
Slide 4 - Tekstslide
Het koninkrijk Nederland
Willem I wil economie nieuw leven inblazen:
Kanalen graven + wegen aanleggen
Spoorlijnen + stoommachines
Slide 5 - Tekstslide
Het koninkrijk Nederland
Hoe werd Nederland zoals het nu is : in 1830 scheiden de Belgen zich af
Slechte omstandigheden in Nederland -> liefdadigheid
Nog geen industrie in Nederland
Slide 6 - Tekstslide
Bestuur van Willem I
De nieuwe koning Willem I gelooft niet in democratie
De grondwet regelt het bestuur zo:
De koning heeft alle macht
Willem I gebruikt deze macht om de economie te verbeteren
Koning
Staatshoofd
De hoogste persoon in de staat
Regeringsleider
Regering = koning + alle ministers
Kiest politici
Kiest ministers en parlement
Ministers
Dienaren
Moeten doen wat de koning zegt
Dagelijks bestuur
Zorgen voor het dagelijks bestuur
Parlement
Staten-Generaal
Eerste en Tweede Kamer
Goedkeuring
Keurt de plannen(wetten) van de koning goed
Machteloos
Heeft amper wat te zeggen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Liberalisme
Veel mensen zijn het oneens met het bestuur van Willem I
De liberalen geloven in de ideeën van de Franse Revolutie
Het belangrijkste uitgangspunt van het liberalisme is vrijheid
Het liberalisme heeft meerdere doelen:
Vrijheid
Burgers moesten vrij zijn. Dit moet worden opgenomen in een grondwet met grondrechten
1
Stemrecht
Niet de koning, maar de burgers moeten het parlement kiezen (in ieder geval de rijke burgers)
2
Economische vrijheid
Ondernemers moeten vrij zijn om te handelen. De overheid moet dit niet beperken met allerlei regels en wetten.
3
Een politieke stroming die streeft naar meer vrijheid.
Liber is Latijn voor vrijheid.
Slide 9 - Tekstslide
De liberalen
De koning ging vooral zijn eigen gang
De liberalen waren het hier niet mee eens en wilden een democratischer bestuur
Zij geloofden in de ideeën van de Franse Revolutie
Slide 10 - Tekstslide
https:
Slide 11 - Link
Slide 12 - Video
Liberalen
Kiesrecht voor zij die belasting betalen
"Langzaam uitbreiden"
--> conflict binnen de liberalen
Vrouwen niet
Slide 13 - Tekstslide
Liberalen
Rijke burgers en industriëlen zijn liberaal: hogere winsten zonder sociale wetten
Dankzij censuskiesrecht is ook de regering liberaal: inkomen bepaald stemrecht
Gevolg: rijken stemmen op liberalen
Gevolg: géén sociale wetgeving
Slide 14 - Tekstslide
1848 -> alweer REVOLUTIE !
Overal in Europa ontstaan revoluties voor meer democratie
De nieuwe koning Willem II is bang voor zijn troon (en leven)
Hij besluit te luisteren naar de liberalen
Liberaal Johan Rudolf Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet
Slide 15 - Tekstslide
Grondwet van 1848
In de nieuwe grondwet heeft de koning minder macht
Nederland wordt een parlementaire democratie
Ministers
(uitvoerende macht)
Parlement (wetgevende macht)
Maakt plannen voor uitgaven en wetten
Keurt plannen goed of af
Bepaalt wie minister mag zijn
(rijke, mannelijke)burgers
Kiezen
♛Koning
Beëdigt ministers
Ondertekent wetten
Slide 16 - Tekstslide
De grondwet van 1848 verandert het bestuur van het het koninkrijk. Maak het schema kloppend. Je hebt niet alle woorden nodig, sommige woorden heb je vaker nodig.
1815
1848
Hoogst macht in het land
Recht om ministers te ontslaan
Recht om parlementsleden te kiezen
a
a
en
a
arme mannen
arme mannen
arme mannen
koning
koning
koning
ministers
ministers
ministers
parlement
parlement
parlement
rijke mannen
rijke mannen
rijke mannen
vrouwen
vrouwen
vrouwen
Slide 17 - Sleepvraag
Wat veranderde er met de grondwet van 1848?
Slide 18 - Tekstslide
De grondwet van 1848.
Willem II werd koning.
Meer aanhangers voor het liberalisme.
Protesten in Nederland.
Thorbecke.
De grondwet van 1848.
Slide 19 - Tekstslide
De grondwet van 1848
Slide 20 - Tekstslide
De grondwet van 1848
1848 revoluties in heel Europa -> koning Willem II wil niet dat deze overslaan naar Nederland
Nieuwe grondwet -> Wat verandert hierdoor?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
hetklokhuis.nl
Slide 24 - Link
Parlementaire democratie
Slide 25 - Tekstslide
parlementaire democratie en grondwet
Wat is een parlementaire democratie?
Wat is een grondwet?
Slide 26 - Tekstslide
Parlementaire democratie
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag! Bronopdracht §4
Opdracht in tweetal
Maak vraag 3 en 4.
15 min.
Hierna klassikaal bespreken
timer
10:00
Slide 28 - Tekstslide
1 tegen 100 (deel 1)
- Aan de slag met je buurman/buurvrouw
- Je bedenkt 5 meerkeuze ABC vragen + antwoorden.
- Markeer het goede antwoord.
- Mail de vragen + antwoorden naar mij (bg).
Slide 29 - Tekstslide
Kwartet
Maak een groepje van 4
Groepje gemaakt? -> haal voorin een blad en 36 kaartjes.