3.1 - Tekeningen lezen

Je ziet hiernaast een plattegrond van een slaapkamer.

Welke bewering is juist?
A
De plattegrond is op schaal getekend
B
De plattegrond is getekend op ware grootte
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Je ziet hiernaast een plattegrond van een slaapkamer.

Welke bewering is juist?
A
De plattegrond is op schaal getekend
B
De plattegrond is getekend op ware grootte

Slide 1 - Quizvraag

3.1 - TEKENINGEN LEZEN
  • Je weet wat een isometrische schets is
  • Je weet wat een Amerikaanse projectie is
  • Je kent de begrippen VA, BA en RZA
  • Maten (afmetingen) zijn altijd in millimeters (mm)

  • Je leert hoe je een bouwtekening moet lezen
  • Je leert hoe je op schaal moet tekenen
  • Je leert wat maatlijnen zijn en hoe deze worden getekend

Slide 2 - Tekstslide

TEKENEN OP SCHAAL?
Een architect maakt verschillende bouwtekeningen van een huis. Het huis wordt op die bouwtekeningen altijd kleiner getekend dan de werkelijkheid.

Dit noemen we:
TEKENEN OP SCHAAL

Slide 3 - Tekstslide

BESTEK?
De tekening, de lijst met materialen en de aanwijzingen van de architect samen noemen we:

BESTEK

Slide 4 - Tekstslide

WAT BETEKENT TEKENEN OP SCHAAL?
Tekenen op schaal betekent dat de tekening niet even groot is getekend dan de werkelijkheid.

Schaal moet ALTIJD op de tekening staan.

Schaal 1:100 (1 op 100)

Slide 5 - Tekstslide

1     :     100
          TEKENING                              WERKELIJKHEID

  • In dit geval is de tekening dus kleiner dan de werkelijkheid

  • 1 cm op de tekening = 100 cm in werkelijkheid (1 meter)
  • 3,5 cm op de tekening = 350 cm in werkelijkheid (3,5 m)

Slide 6 - Tekstslide

100     :     1
                TEKENING                              WERKELIJKHEID

  • In dit geval is de tekening dus groter dan de werkelijkheid

  • 100 cm op de tekening = 1 cm in werkelijkheid (10 mm)
  • 250 cm op de tekening = 2,5 cm in werkelijkheid (25 mm)

Slide 7 - Tekstslide

MAATLIJNEN?
  • In een technische tekening moeten soms ook afmetingen vermeld worden

  • Deze worden aangeduid met MAATLIJNEN

  • Maatlijnen zijn hulplijntjes die beginnen en eindigen met een pijlpunt

  • De getallen die erbij staan geven altijd de maat (afmeting) aan in MILLIMETERS

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

DIAMETER?
  • Ronde maten worden in een technische tekening aangeduid met het symbool voor diameter

  • ø (diameter)

  • Soms zitten er in een product ronde maten, zie jij welke?

Slide 10 - Tekstslide

SYMBOLEN?
  • In een plattegrond wordt vaak met symbolen gewerkt omdat er in de tekening weinig plaats is om aanwijzingen te schrijven

  • De elektriciteitsleidingen, de waterleidingen en de rioleringen worden in aparte plattegronden met symbolen getekend

Slide 11 - Tekstslide

ALTIJD IN MM?
  • Ook in een bouwtekening worden de maten altijd aangeduid in millimeters

  • Soms moeten maten uitgerekend worden omdat ze niet zijn aangeduid in de tekening

Slide 12 - Tekstslide

3.1 - WAT HEBBEN WE GELEERD?
  • Je weet wat een isometrische schets is
  • Je weet wat een Amerikaanse projectie is
  • Je kent de begrippen VA, BA en RZA
  • Maten (afmetingen) zijn altijd in millimeters (mm) 

  • Je weet nu ook hoe je een bouwtekening moet lezen met symbolen
  • Je weet nu ook hoe je op schaal moet tekenen
  • Je weet nu ook wat maatlijnen zijn en hoe deze worden getekend

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de aanzichten naar de juiste plaats

Slide 14 - Sleepvraag

Welke drie aanzichten teken je ALTIJD in een Amerikaanse projectie?

Slide 15 - Open vraag

De technische tekening hiernaast is niet getekend op ware grootte

Wat is de schaal?
A
1 : 30
B
30 : 1

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de schaal als een technische tekening is getekend op ware grootte?
A
schaal 0
B
geen schaal
C
schaal 1
D
schaal 1 : 1

Slide 17 - Quizvraag

Maten in een technische tekening zijn altijd in .........?
A
kilometers
B
millimeters
C
centimeters
D
decimeters

Slide 18 - Quizvraag

Waaraan kun je maatlijnen herkennen?

Slide 19 - Open vraag

Welk symbool zie je hiernaast?
A
rond gat
B
maatlijn
C
diameter
D
Zweedse letter O

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel ramen en deuren zie je hiernaast in de plattegrond?
A
2 ramen en 1 deur
B
2 deuren en 1 raam
C
2 ramen en 2 deuren
D
geen enkele ramen en deuren

Slide 21 - Quizvraag