b. Waarom ligt het voor de hand dat Jan met een hoog inkomen ook een hogere welvaart heeft?
c. Bedenk een oorzaak waarom Marloes wel een hoge welvaart heeft, maar niet gelukkig is.
d. Hoe kan Ricky met een laag inkomen toch een hoge welvaart hebben?
Marloes zegt: ''Met een hoog inkomen is eerder welvaart dan geluk bereikbaar.''
e. Wat is volgens jou de oorzaak dat een hoger inkomen gemiddeld toch gelukkiger maakt?