2thv unit 1 herhaling

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de present simple in.

He always ____ (try) to help me with my homework.

Slide 4 - Open vraag

My grandmother ____ (not - like) cats and dogs in her house.

Slide 5 - Open vraag

___ you often ___ (read) books about history?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste bezittelijke vorm.
A
my friends's parents
B
my friends' parents
C
the parents of my friends

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste bezittelijke vorm.
A
Olivia's mum
B
Olivias' mum
C
the mum of Olivia

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste bezittelijke vorm.


A
the ship's sails
B
the ships' sails
C
the sails of the ship

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in. Kies uit: will/shall/won't/shan't

I'm sure the assistant ____ help us if we ask her.


Slide 12 - Open vraag

Ginny and I ___ (not) go to the party because we're both ill.

Slide 13 - Open vraag

___ I meet you by the entrance tonight?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Vul de juiste bezittelijke vorm in. Gebruik een - tussen de antwoorden.

It's ___ puppy. - It's yours. - It's a puppy ___.

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste bezittelijke vorm in. Gebruik een - tussen de antwoorden.

He's our son. - He's ___. - He's a son ___.

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste bezittelijke vorm in. Gebruik een - tussen de antwoorden.

That's ___ friend. - That's ___. - That's a friend of hers.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in. Gebruik to be going to + verb.

My cousin says I ___ (like) San Francisco.


Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm in. Gebruik to be going to + verb.

You ___ (not find) the cinema without help from a local.

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste vorm in. Gebruik to be going to + verb.

___ Josie ___ (take) the bus to her friend's house?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Maak de zin af. Gebruik een tag.

My friend Patty is a clever girl, ___?

Slide 24 - Open vraag

Maak de zin af. Gebruik een tag.

The traffic light aren't green yet, ___?

Slide 25 - Open vraag

Maak de zin af. Gebruik een tag.

I need to bring my winter coat, ___?

Slide 26 - Open vraag

Zijn er nog vragen? (anoniem)

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide