spelling van niet-persoonsvormen

Nederlands
Werkwoordspelling:  voltooid en tegenwoordig deelwoord
spelling van niet-persoonsvormen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Werkwoordspelling:  voltooid en tegenwoordig deelwoord
spelling van niet-persoonsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Welk werkwoord is GEEN persoonsvorm?
TIP: verander van tijd.
"Danilo beweert dat hij nooit heeft geleerd wat een persoonsvorm is."
A
beweert
B
heeft
C
geleerd
D
is

Slide 2 - Quizvraag

Niet-persoonsvormen
Voltooid deelwoord                ge-, be-, ver-,            hebben, zijn

Tegenwoordig deelwoord

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Tegenwoordig deelwoord
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Henrike heeft zich de hele dag verveeld
Stampend liepen de olifanten door het bos. 
Dat gebreide vest is van mij. 

Slide 4 - Sleepvraag

Voltooid deelwoord
GEEN persoonsvorm

t/d? stam --> 't ex-kofschip

fietsen--> Ik heb gefietst.
vervelen--> Ik heb me verveeld.
verhuizen --> Jet is verhuisd.

Slide 5 - Tekstslide

Ik heb het al die tijd fout (beweren)...
A
beweert
B
beweerd

Slide 6 - Quizvraag

Suzan had het me (beloven)...
A
beloofd
B
belooft

Slide 7 - Quizvraag

We hebben de hele dag door Giethoorn (roeien)...
A
geroeid
B
geroeit

Slide 8 - Quizvraag

Maar... Pas op! 
Jet verveelt zich. / Jet heeft zich verveeld.
Pim verhuist naar Utrecht. / Pim is verhuisd.

Slide 9 - Tekstslide

Ik heb mijn huiswerk (verwaarlozen)...
Is het een pv?
Ja? ik+vorm+t
Nee? 't kofschip
A
verwaarloost
B
verwaarloosd

Slide 10 - Quizvraag

Jessica (geloven)... niet meer in Sinterklaas.
Is het een pv?
Ja? ik+vorm+t
Nee? 't kofschip
A
gelooft
B
geloofd

Slide 11 - Quizvraag

Ze geeft zelfs aan dat ze er nooit in heeft (geloven)...

Is het een pv?
Ja? ik+vorm+t
Nee? 't kofschip
A
gelooft
B
geloofd
C
geloven

Slide 12 - Quizvraag

Tegenwoordig deelwoord
hele ww + d
Stampend 
Fluitend

Slide 13 - Tekstslide

... zat het meisje in de trein.
A
Lezent
B
Lezend

Slide 14 - Quizvraag

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Kort, tenzij uitspraak       d/t? Kofschip
de geverfde muur
de gejatte tas
de vergrote foto

Maar! 
Marieke vergrootte de foto

Slide 15 - Tekstslide

de ... vraag.
1. is het een pv?
Ja? ik-vorm+...
Nee? Zo kort mogelijk.
A
beantworde
B
beantwordde
C
beantwoorde
D
beantwoordde

Slide 16 - Quizvraag

Sem ... de vraag
1. is het een pv?
Ja? ik-vorm+...
Nee? Zo kort mogelijk.

A
beantwoorde
B
beantwoordde

Slide 17 - Quizvraag

de ... appel
A
verrote
B
verrotte

Slide 18 - Quizvraag

Selma ... de zin om erachter te komen hoe je dit woord schrijft.

1. is het een pv?
Ja? Ik-vorm+...
Nee? Zo kort mogelijk.
A
ontlede
B
ontleedde

Slide 19 - Quizvraag

Zij lazen de ... zin
A
ontlede
B
ontleden

Slide 20 - Quizvraag

Het werkwoord 'stranden'

het vrachtschip .........                   (t.t.)
het vrachtschip .........                   (v.t.)
het vrachtschip is .........               (vd)
het ...................... vrachtschip      (bnw)

Slide 21 - Tekstslide

Het werkwoord 'stranden'

het vrachtschip strandt                    (t.t.)
het vrachtschip strandde                (v.t.)
het vrachtschip is gestrand            (vd)
het gestrande vrachtschip           (bnw)

Slide 22 - Tekstslide

Het werkwoord 'bestraten'

de stratenmaker  .........                   (t.t.)
de stratenmaker  .........                   (v.t.)
 het terras is .........                                (vd)
het ...................... terras                 (bnw)

Slide 23 - Tekstslide

Het werkwoord 'bestraten'

de stratenmaker  bestraat                  (t.t.)
de stratenmaker  bestraatte                  (v.t.)
 het terras is bestraat                               (vd)
het bestrate terras                                 (bnw)

Slide 24 - Tekstslide

Dus...
Persoonsvorm? Ik-vorm + t, of ik-vorm + te(n)/de(n)

Geen persoonsvorm? Zo kort mogelijk. --> 't ex-kofschip


Slide 25 - Tekstslide