4.2 Wat is er thuis verzekerd?

H4 Kies je voor zekerheid?
Paragraaf 4.2 Wat is er thuis verzekerd?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Kies je voor zekerheid?
Paragraaf 4.2 Wat is er thuis verzekerd?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Waar staat de dekking van een verzekering beschreven?
A
Op de website van de verzekeringsmaatschappij
B
In de polisvoorwaarden
C
In een reclamefolder
D
In de krant

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een premie?
A
Een winst die de verzekeraar maakt
B
Een bedrag dat je aan de verzekeraar betaalt
C
Een kostenpost voor de verzekeraar
D
Een vergoeding voor geleden schade

Slide 4 - Quizvraag

Wat is assurantiebelasting?
A
Belasting die je betaalt bij het afsluiten van een verzekering.
B
Belasting die je betaalt voor advies over verzekeringen.
C
Belasting die je betaalt over de premie en poliskosten van een verzekering.
D
Belasting die je betaalt bij schadeclaims.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een eigen risico?
A
Geen betaling nodig bij schade
B
Volledige vergoeding zonder kosten
C
Een deel van de schade zelf betalen
D
De verzekeraar betaalt de schade

Slide 6 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 4.1 
  • Eigen risico
  • Onzeker voorval
  • Premie
  • Verzekeringskosten

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
  • Je kunt uitleggen uitleggen waarvoor een AVP dient.
  • Je kunt het verschil tussen een inboedelverzekering en een opstalverzekering uitleggen.
  • Je kunt met gegeven informatie de premie voor een woonhuisverzekering berekenen.
  • Je kunt de schadevergoeding bij onderverzekering berekenen.
  • Je kunt bij indexering het verzekerde bedrag berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Aansprakelijkheidsverzekering
  • Soms maak je per ongeluk schade bij een ander.
  • Je bent dan aansprakelijk.
  • Dat betekent dat jij de schade van de ander moet betalen.
  • Met een AVP(aansprakelijkheidsverzekering) krijg je de schade vergoed die je zonder opzet aan anderen toebrengt.
  • De AVP geldt voor het hele gezin, inclusief huisdieren.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een aansprakelijkheidsverzekering?
A
Een verzekering die schade vergoedt die je aan anderen toebrengt
B
Een verzekering die alleen geldt voor huisdieren
C
Een verzekering die schade vergoedt die anderen aan jou toebrengen
D
Een verzekering die alleen geldt voor het hele gezin

Slide 10 - Quizvraag

Schade aan huis
  • Met een inboedelverzekering zijn de spullen in je huis verzekerd tegen schade door inbraak, brand en waterschade.
  • De verzekering tegen schade aan het huis zelf, heet een opstalverzekering
  • Voor het verzekerd bedrag ga je uit van het bedrag dat nodig is om het huis opnieuw te bouwen. Dit heet herbouwwaarde.
  • Deze twee verzekeringen noem je woonhuisverzekeringen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn woonhuisverzekeringen?
A
Verzekeringen voor reizen
B
Verzekeringen voor auto's
C
Verzekeringen voor gezondheidszorg
D
Verzekeringen voor schade aan het huis en de inboedel

Slide 12 - Quizvraag

De premie van een woonhuisverzekering
  • De premie van een woonhuisverzekering wordt vaak uitgedrukt in een tarief per €1.000 verzekerd bedrag.
  • De verzekeraar maakt met behulp van gegevens een schatting van de waarde van je inboedel en de herbouwwaarde van je woning.
  • Hoe groter het risico, des te hoger de premie is.
  • Als je je uitgebreider wilt verzekeren, wordt de premie hoger.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe wordt de premie van een woonhuisverzekering bepaald?
A
Op basis van het aantal verzekerde items
B
Op basis van het aantal schadeclaims
C
Op basis van je woonplaats
D
Op basis van het verzekerd bedrag en het risico

Slide 14 - Quizvraag

Hoe wordt de premie van een woonhuisverzekering vaak uitgedrukt?
A
Tarief per €1.000 verzekerd bedrag
B
Eenmalige betaling
C
Vaste maandelijkse kosten
D
Percentage van de totale waarde

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Onderverzekering
  • Schade aan huis of inboedel loopt algauw op tot in de duizenden euro's.
  • Bij schade heb je een probleem als je onderverzekerd bent.
  • Onderverzekering is het verzekerd bedrag lager dan de werkelijke waarde.
  • Als je dan schade hebt, is de schadevergoeding lager.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Indexering
  • Als je je huis verbouwt, stijgt de waarde ervan.
  • Als je nieuwe meubels en apparaten koopt, wordt je inboedel meer waard.
  • Hierdoor kun je ongemerkt onderverzekerd raken.
  • Dit kun je voorkomen met een geïndexeerde verzekering.
  • Met indexering wordt het bedrag aangepast aan de prijsstijging.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het doel van indexering bij een verzekering?
A
Het verhogen van de eigen bijdrage
B
Het aanpassen van het bedrag aan prijsstijging
C
Het verlagen van de premie
D
Het beperken van de dekking

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen uitleggen waarvoor een AVP dient.
  • Je kunt het verschil tussen een inboedelverzekering en een opstalverzekering uitleggen.
  • Je kunt met gegeven informatie de premie voor een woonhuisverzekering berekenen.
  • Je kunt de schadevergoeding bij onderverzekering berekenen.
  • Je kunt bij indexering het verzekerde bedrag berekenen.

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 4.2
  • AVP
  • Inboedelverzekering
  • Indexering
  • Onderverzekering
  • Opstalverzekering

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 4.2: 3, 5, 6, 8, 9, 10 en 11 
Maken Rekenopdrachten: 4, 5 en 8
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 4.2
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 4.2

 

timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide