In de klas is het belangrijk om __________ (1) te tonen.
Dit betekent dat je goed moet __________ (2) naar anderen.
Als iemand iets zegt, moet je __________ (3) en niet praten.
Als je iemand ziet die iets moeilijk vindt, kun je __________ (4).
Je kunt ook __________ (5) als je iemand nog niet goed kent.
Als iemand iets aardigs voor je doet, is het belangrijk om te __________ (6).