Periode 3 C-HAVO (kracht en bewegen) les 1

Periode 3 C-HAVO (kracht en bewegen) les 1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Periode 3 C-HAVO (kracht en bewegen) les 1

Slide 1 - Tekstslide

Boek ligt op tafel. Is de eerste wet van Newton hier van toepassing?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de eerste wet van Newton?
A
Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan zal de snelheid van het voorwerp toenemen
B
Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan zal de snelheid van het voorwerp afnemen
C
Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan zal de kleur donkerder worden
D
Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan blijft het met dezelfde snelheid in dezelfde richting verder bewegen.

Slide 3 - Quizvraag

De eerste wet van Newton geldt alleen als een voorwerp stil staat.
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quizvraag

De eerste wet van Newton luidt?
A
Fres = 0
B
Fres = m*a
C
Fab = - Fba
D
Fz = mg

Slide 5 - Quizvraag

Blokje hangt stil aan de veer. Is hier de eerste wet van Newton van toepassing?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Auto versnelt vanuit stilstand. Is hier de eerste wet van Newton van toepassing?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Een auto heeft een snelheid van 100 km/h. De auto gebruikt hierbij veel benzine. Wat is waar voor Fres
A
Fres > 0
B
Fres = 0
C
Fres < 0

Slide 8 - Quizvraag

Parachutist heeft zijn maximale snelheid bereikt. Is hier de eerste wet van Newton van toepassing?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Een balans staat stil in evenwicht. De wetten die gelden zijn:
A
Alleen de hefboomwet
B
Hefboomwet of de eerste wet van Newton
C
Hefboomwet en de eerste wet van Newton
D
Alleen de eerste wet van Newton

Slide 10 - Quizvraag

Voor een blok dat versneld van een helling afglijdt geldt de eerste wet van Newton wel of niet?
A
Niet
B
Wel
C
Wel in de bewegingsrichting
D
Wel loodrecht op de helling

Slide 11 - Quizvraag