Aan het einde van deze paragraaf:
1- weet je hoe koningen hun staten meer als eenheid gingen besturen en vanuit één plek;
2- begrijp je waarom burgers in steden meer inspraak wilden;
3- begrijp je hoe machtig de kerk was in de samenleving;
4- weet je wat de kruistochten zijn en kun je uitleggen waarom deze plaatsvonden.