Vaste tekststructuren klas 3

Vaste tekststructuren
Theorie uit de paragraaf 'Lezen' van H1 en H2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vaste tekststructuren
Theorie uit de paragraaf 'Lezen' van H1 en H2

Slide 1 - Tekstslide

De meeste teksten hebben een inleiding, een middenstuk en een slot. Ze zijn vaak opgebouwd volgens een vaste structuur. Jullie moeten deze structuur kunnen herkennen en benoemen

Slide 2 - Tekstslide

In een tekst met een probleem-oplossingsstructuur staat in de inleiding:
A
Het verschijnsel
B
Het probleem (+ gevolgen)
C
Een vraag of stelling
D
Het onderwerp

Slide 3 - Quizvraag

In een tekst met een voor - en nadelenstructuur staat in het slot:
A
De beste oplossing
B
Een samenvatting
C
Een afweging en conclusie
D
Een conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst

Slide 4 - Quizvraag

In een tekst met een verklaringsstructuur staat in het middenstuk:
A
kenmerken / voorbeelden én verklaring(en) / oorzaak/oorzaken / reden(en)
B
Gevolgen, oorzaken en oplossingen
C
voor- en nadelen
D
antwoorden(en)

Slide 5 - Quizvraag

Wat wordt er genoemd in het middenstuk van een tekst met een verleden-heden(-toekomst)structuur?

Slide 6 - Open vraag

Welke structuur heeft een tekst waarin een standpunt wordt onderbouwd?

Slide 7 - Open vraag

Op de volgende slides staat een tekst. We lezen dit klassikaal, daarna volgen de vragen

Slide 8 - Tekstslide

Erfenis van de Azteken


[1] Je denkt misschien dat kauwgom iets van de moderne tijd is, maar al in de steentijd bestond er een soort kauwgom. Zo is in Zweden een klompje gevonden dat zeker 9000 jaar oud moet zijn. Nog duidelijk zijn de tandafdrukken van de gebruiker zichtbaar. Het brokje bestond uit berkenhars en hoewel bekend is dat deze hars desinfecterend werkt, is het waarschijnlijker dat het werd gekauwd vanwege de licht stimulerende werking ervan. Ook de oude Grieken kauwden hars. Maar het verhaal van de moderne kauwgom begint in Midden-Amerika bij de Azteken.
[2] De Azteken, een Mexicaans volk dat leefde tussen 1200 en 1521, kauwden het ingedroogde sap van de sapodilla. Deze boom maakt bij beschadiging een melkachtige stroop waarmee de boomwond wordt afgeschermd. Dit taaie goedje werd tziktli genoemd, wat ‘kleverig spul’ betekent. Het kauwen van chicle (zoals het door de Europeanen werd genoemd) zorgde voor een frisse mond en was erg populair.

Slide 9 - Tekstslide

[3] Ook in de Verenigde Staten was het fenomeen kauwgom niet onbekend. Sommige indianenstammen in het noordoosten kauwden het hars van de den. Deze indiaanse gewoonte inspireerde John Curtis in 1848 tot het maken van de eerste kauwgom op commerciële basis. Daarvoor maakte hij gebruik van dezelfde grondstof als de indianen: ‘spruce’ – dennenhars. Zijn product ‘State of Maine Pure Spruce Gum’ werd een groot succes. Een lokale krant schreef in 1851: ‘Overal zie je mensen kauwen, kauwen, en nog eens kauwen: mannen, vrouwen en kinderen. De dames terwijl ze handwerken, de kinderen op school, ja zelfs tijdens de kerkdienst wordt er nog gekauwd.’
[4] De Amerikaanse Thomas Adams kreeg de vraag te onderzoeken of chicle kon worden gebruikt als alternatief voor latex als grondstof voor rubber. Door de ontwikkeling van vele nieuwe toepassingen was er in die tijd namelijk een chronisch tekort aan dit materiaal. Het liep op niets uit, maar Adams kreeg wel de ingeving de chicle te gebruiken als basis voor een nieuw soort kauwgom. Het resultaat was ‘Adams New York No. l’. Het kwam in 1871 op de markt en verdrong de ‘spruce’ al snel van de markt. Het kauwde beter en behield langer zijn smaak. Toen Adams in 1906 het beroemde merk ‘chiclets’ op de markt bracht, had de nieuwe kauwgom hem allang tot een rijk man gemaakt.

Slide 10 - Tekstslide

[5] Voorlopig bleef kauwgom vooral een Amerikaanse aangelegenheid, want na Adams timmerde rond 1900 ook William Wrigley met kauwgom aan de weg. Het waren opvallend genoeg de beide wereldoorlogen die de kauwgom naar Europa brachten. Al tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte kauwgom deel uit van het rantsoen van de Amerikaanse soldaten. Artsen beweerden dat het kauwen van kauwgom de soldaten niet alleen ontspanning gaf, maar hen ook beter deed presteren. En in 1944 werd voor de troepen in de landingsboten voor de kust van Normandië massaal kauwgom aangerukt als middel tegen zeeziekte.

Slide 11 - Tekstslide

[6] Tijdens de bevrijding van Europa werd de kauwgom door de Amerikanen massaal uitgedeeld. Een Hollandse jongen herinnert zich: ‘Ik kwam voor het eerst met kauwgom in aanraking in het jaar 1945 toen de Amerikaanse en Canadese soldaten als bevrijders in ons land waren. Op weg naar school kwam ik langs een terrein waar deze soldaten gelegerd waren. Het leek of ze voortdurend met elkaar in gesprek waren omdat hun kaken onophoudelijk op en neer gingen. Het gesprek ging echter nergens over, het was de kauwgom die ze tussen hun kiezen probeerden te vermalen. Uitgespuugde stukjes nam ik mee naar huis om te onderzoeken wat het was’.
[7] Sinds die tijd is kauwgom niet meer uit ons leven weg te denken. Er is tegenwoordig klapkauwgom, suikervrije kauwgom en zelfs kauwgom voor gezonde tanden – allemaal helaas na gebruik erg vaak in de openbare ruimte terug te vinden. Je kunt dus rustig stellen dat – hoewel de chicle als grondstof allang vervangen is door synthetische alternatieven – we kauwgom wel degelijk kunnen beschouwen als een product dat is blijven plakken.

Naar: H. Stalknecht, Geschiedenis, oktober 2013.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
De voordelen van kauwgom
B
Azteken
C
de geschiedenis van kauwgom

Slide 13 - Quizvraag

Welke structuur heeft de tekst?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verleden-heden(-toekomst)structuur
C
verklaringsstructuur

Slide 14 - Quizvraag

Leg de woordspeling uit in de laatste zin van alinea 7.

"Je kunt dus rustig stellen dat – hoewel de chicle als grondstof allang vervangen is door synthetische alternatieven – we kauwgom wel degelijk kunnen beschouwen als een product dat is blijven plakken."

Slide 15 - Open vraag