het verschil tussen elementen en verbindingen omschrijven;
de belangrijke atoomsoorten met hun symbolen uit het periodiek systeem kennen;
Het verschil tussen metalen en niet-metalen herkennen en omschrijven;
wat een legering is.
p. 77
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§3.2: Het periodiek systeem
Je leert:
het verschil tussen elementen en verbindingen omschrijven;
de belangrijke atoomsoorten met hun symbolen uit het periodiek systeem kennen;
Het verschil tussen metalen en niet-metalen herkennen en omschrijven;
wat een legering is.
p. 77
Slide 1 - Tekstslide
Welke van onderstaande is correct?
A
Moleculen zijn de bouwstenen van atomen
B
Atomen zijn de bouwstenen van moleculen
Slide 2 - Quizvraag
Een verbinding...
A
...is een soort molecuul en bestaat uit meerdere soorten atomen
B
...is een soort molecuul en bestaat uit één soort atomen
C
...is de binding tussen twee atomen
Slide 3 - Quizvraag
Goud
Kobalt
Koper
Kwik
Lood
Tin
IJzer
Zilver
Fosfor
Jood
Koolstof
Stikstof
Waterstof
Zuurstof
Zwavel
Au
Co
Cu
Hg
Pb
Sn
Fe
Ag
P
I
C
N
H
O
S
Slide 4 - Sleepvraag
Het periodiek systeem
Om overzicht te krijgen
1869 door Dimitri Mendelejev
Op basis van chemische en fysische eigenschappen
Horizontale (→) perioden
Verticale (↓) groepen
Eigenschappen op macroniveau --> groepen
Slide 5 - Tekstslide
Het periodiek systeem
Sommige groepen hebben een speciale naam:
Groep 1: alkalimetalen
Groep 2: aardalkalimetalen
Groep 17: halogenen
Groep 18: edelgassen
Verreweg de meeste atoomsoorten zijn metalen
De rest zijn niet-metalen en metaloïden
Slide 6 - Tekstslide
14: In het periodiek systeem uit figuur 3.11 staan de elementen gegroepeerd naar overeenkomstige eigenschappen. Element 118 is nog niet benoemd. Noem een atoomsoort waarvan je verwacht dat de eigenschappen van element 118 er op zullen lijken.
Slide 7 - Open vraag
Niet-metalen
Ongeveer 20 soorten
Komen voor in verbindingen en elementen
Geen duidelijke overeenkomstige eigenschappen
Slide 8 - Tekstslide
Metalen
Een zuiver metaal bestaat uit een atoomsoort --> element
Overeenkomsten tussen metalen:
Een glimmend oppervlak in zuivere vorm;
Ze geleiden warmte en elektrische stroom;
Ze kunnen worden vervormd, vooral als ze heet zijn;
Ze kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Metalen
Edelheid van metalen --> corrosie van metalen
Edele metalen: reageren niet zuurstof en water
Halfedele metalen: reageren nauwelijks/moeizaam met zuurstof en water
Onedele metalen: reageren goed met zuurstof en water
Zeer onedele metalen: reageren heftig/snel met zuurstof en water
Slide 11 - Tekstslide
Legeringen
Zuivere metalen vervormen makkelijk. Hoe voorkom je dit?
Mixen met een ander metaal!
Gesmolten metalen mengen --> afgekoeld is een legering.
Een legering heeft dan ook vaak andere eigenschappen.
Roestvrij staal (ijzer, chroom, koolstof) roest niet
Gouden sieraden --> minder zacht, minder snel beschadigd
Messing (Cu+Zn), brons (Cu+Sn), Soldeer (Sn+Pb)
Slide 12 - Tekstslide
16: Schepen worden gemaakt van staal. Staal bestaat uit ijzer waarin koolstof zit. A: Leg uit of je staal een legering kunt noemen.
Slide 13 - Open vraag
16: Een groot nadeel van staal is dat het roest, omdat het voor het grootste deel uit ijzer bestaat. B: Waarom worden schepen van staal gemaakt en niet van een edeler metaal zoals koper of platina?
Slide 14 - Open vraag
Samenvatting
Een atoom is een bouwsteen voor moleculen.
In het periodiek systeem staan de atoomsoorten in groepen met overeenkomstige eigenschappen.
Metalen hebben een glimmend oppervlak, ze geleiden warmte en elektrische stroom, ze kunnen eenvoudig vervormen en kunnen gemengd in gesmolten toestand een legering vormen.
Het grootste deel van het periodiek systeem bestaat uit metalen, de rest van de atomen zijn niet-metalen.
Metalen kun je onderverdelen in edel, halfedel, onedel, en zeer onedel.