Veiligheid in het technieklokaal

Veiligheid in het technieklokaal
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Veiligheid in het technieklokaal

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
In deze les gaan we leren hoe je veilig kan werken in het technieklokaal. En waarop je moet letten. We letten ook op de veiligheid van andere gebruikers in het technieklokaal.

Doelstellingen
• Op een veilige manier werken in het technieklokaal
• Op welke veiligheidspunten je moet letten
• Wat je moet doen als er een ongelukje gebeurt 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over
Veiligheid in het techniek lokaal

Slide 3 - Woordweb

Tassen
Om de veiligheid in het technieklokaal te vergroten moet je tas onder de tafel.
Om ervoor te zorgen dat we niet struikelen.
 


Slide 4 - Tekstslide

Niet rennen en stoeien


In het technieklokaal bevinden zich veel voorwerpen. Deze zijn meestal erg hard of scherp. 
 
Als je je gewoon rustig door het technieklokaal beweegt, loop je het minste risico om je te stoten of te snijden aan voorwerpen. 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom mag je tijdens een techniekles niet achter iemand aan rennen?

Slide 6 - Open vraag

Noodstopvoorziening
In het technieklokaal is er een zogenaamde ‘noodstopvoorziening’ aangebracht. Met deze noodstop kan de docent of een leerling in geval van paniek of een ongeluk snel op de rode knop drukken. 
 
Met één druk op de rode knop wordt meteen de stroom uitgeschakeld van het gehele technieklokaal. 

Slide 7 - Tekstslide

Stel dat een leerling met losse haren of handen verstrikt raakt in een kolomboormachine! Zelf kan hij/zij niet de stroom uitzetten. 
 
De noodstoppen zit op de machine (zie cirkel).
 
De noodstopvoorziening mag nooit voor de lol worden ingedrukt!! Dit kan namelijk ook gevaarlijke situaties veroorzaken.  
 





Kolomboor

Slide 8 - Tekstslide

Gebruik elektrische machines
Elektrische machines zijn gemaakt om door één persoon te bedienen. Durf je het nog niet goed alleen? 
 
“Vraag de docent om hulp/ uitleg” 

 Het is tijdens een techniekles verboden om met meer dan 1  leerling bij 1 apparaat te staan.  De leerling die toekijkt mag niet te dichtbij staan (1 meter afstand). Alleen zo voorkom je dat je per ongeluk een leerlingen aanduwt of aanstoot. 
 

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je op de noodstop drukt?

Slide 10 - Open vraag

Waarom mag je niet voor de ‘gein’ op de noodstop drukken?
A
Dan gaan de machines stuk
B
Daar word de leraar moe van
C
Dan gaat het licht ook uit in het lokaal
D
Dan kan een leerling schrikken

Slide 11 - Quizvraag

Met hoeveel personen mag je bij de kolom boormachine staan?

Slide 12 - Open vraag

Bankschroef en machineklem

We hebben op de werkbanken ook bankschroeven. Deze zijn er alleen voor om lesmateriaal goed en veilig in te klemmen, dus geen ander spullen zoals een pen. 

Slide 13 - Tekstslide

GEREEDSCHAP
Je gaat met verschillende gereedschappen werken om je werkstuk te maken.

Ga zorgvuldig met de gereedschappen om en gebruik deze alleen waar ze voor bedoeld zijn!

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Hand boormachine
Schuurpapier
Hamer

Platte (fijne) vijl
Boortje
Bril
Spiraalboor
Kunststof hamer
Handzaag
Rondevijl
Rasp (vijl)
Houtbrander
Gasbrander

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Figuurzaag
Platte schroevendraaier
Priem


Kruiskop schroevendraaier
Beitel
Bril
Ronde vijlen
Waterpomptang
Kniptang
Rondevijl
Kapzaag
Kleine kapzaag
Gasbrander

Slide 16 - Sleepvraag

Corvee 

Tegen het einde van de les ruim je je eigen het werktafel op. Je ruimt je werkstuk (voorzien van je naam) en gebruikt gereedschap op.

Daarna gaan een aantal personen volgens de corvee-lijst poetsen.


Slide 17 - Tekstslide

Oog en gehoorbescherming

Je hebt maar één paar ogen en maar één paar oren. Hier moet je je hele leven mee doen! 
‘Verspanende’ bewerkingen zijn gevaarlijk voor je ogen. Verspanen betekent dat je met behulp van gereedschap materiaal als hout of ijzer verkleint of van vorm verandert. 
 
Hierbij komen allerlei kleine deeltjes vrij, bijvoorbeeld splinters. Deze splinters zijn erg scherp en mogen absoluut niet in je ogen terechtkomen. 
Een ijzeren splinter is moeilijk uit je oog te verwijderen en je kunt een beschadiging aan je oog oplopen. 

Slide 18 - Tekstslide

Tijdens het werken met machines of aan werkstukjes kan er veel geluid ontstaan. Dit kan gauw al op lopen boven de 80 decibel. Boven de 80 decibel kan gehoorbeschadiging ontstaan. Dan moeten we ons gehoor beschermen met gehoorbeschermers. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat doe jij voor je veiligheid op tijdens het boren?
A
veiligheidsbril
B
gehoorbescherming
C
beschermkap
D
oordoppen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is er nog niet genoemd m.b.t. veiligheid en machines?
A
Lange haren vast
B
Veiligheidsbril
C
Geen loshangende kleding
D
oordoppen

Slide 21 - Quizvraag

Met hoeveel decibel heb je oordoppen nodig?
A
60
B
70
C
80
D
90

Slide 22 - Quizvraag

Het is belangrijk dat je je goed aan de regels houdt. Voor je eigen veiligheid en die van een ander. Zo niet volgen er maatregelen.

Slide 23 - Woordweb