12 september

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom in de T9!

Programma

Starter:  zinnen afmaken met die en dat (ZN)  

• Uitleg toets: wat moet je leren, hoe ziet het eruit?
  
• Herhaling woordenschat mbv gatentekst.
• Herhaling woordenschat met sleutelwoordendictee (WS: opdracht 40) 

Pauze

• Oefenen met inversie
• Spreken bizarre uitvindingen
  
• NOS nieuws van de week

Afsluiter:  tekenen obv instructie

Oefenen met hoofdzinnen met inversie:

- Geef je cursisten enkele ‘gewone’ hoofdzinnen, waarin je een ander zinsdeel hebt onderstreept, en laat ze met dat zinsdeel beginnen.

- Geef je cursisten zinnen waarbij de woorden op losse kaartjes staan, en laat ze daar zelf goede zinnen van maken. Het voordeel van de losse kaartjes is dat je ze kunt laten spelen met verschillende volgordes en kunt laten ontdekken wat wel en niet kan.

- Geef je cursisten een tekstje waarin zinnen met en zonder inversie voorkomen, en laat ze onderstrepen waar ze inversie zien. Je kunt dan meteen ook ingaan op waarom er inversie is gebruikt. Een voordeel hiervan is, dat dit wat natuurlijker is; inversie komt in losse zinnen vaak wat vreemd over, maar in een verhaaltje is het heel natuurlijk.

- Gebruik het NT2 Taalspel en laat ze zinnen maken.

- Laat een cursist een ‘gewone’ hoofdzin zeggen en een tweede daarop reageren of verder praten in een zin met inversie. Een voorbeeld:

Cursist 1: Ik hou van muziek.

Cursist 2: Van muziek word je vrolijk.

Cursist 1: Wat heb je gisteren gedaan?

Cursist 2: Gisteren heb ik de hele dag gewerkt.

Toets

18 vragen, ca. 30 minuten, online op laptop

* Luistervragen, meerkeuzevragen.

* Leesvragen, meerkeuzevragen.

* Woordenschat (wat hoort bij elkaar, welk woord hoort in de zin, kies het juiste woord), dictee, luisteren (hoor je de klank?, typ het woord), 

* Grammatica (woorden op volgorde zetten voor een juiste zin, heeft de zin inversie j/n?, wat is de pv in de zin?, possessief pronomen: wat hoort bij elkaar?). 

Sleutelwoordendictee

1. De asbak

2. De receptie

3. Inschatten

4. Overbrengen

5. Fluisteren

6. Impliciet

7. Zich verontschuldigen

8. Slordig

9. Wegwerken

10. Berekenen

11. Illustreren

12. Het nut

Pauze

Huiswerk

• Subthema 4: opdracht 9 (voor dinsdag, in Word, per e-mail sturen)
  
• Leren voor de toets H1
  
• Hoofdstuk 2: Introductie + voor de les (blz. 38 t/m 42) 

Code+ deel 4 online omgeving

• Ga naar http://www.nt2plus.nl
  
• Klik op ‘Account aanmaken’
  
• Vul alle gegevens in
  
• Klik op ‘Account aanmaken’
•  Log in met je account (e-mailadres en wachtwoord)
  
• Klik op ‘Inloggen’
  
• Klik rechts bovenin op je ‘Naam’
  
• Klik op ‘Mijn profiel’
  
• Ga naar ‘Licenties en startdata’ en klik op het ‘plus-icoon’
  
• • Vul de licentiecode in en kies een startdatum (datum van vandaag)
• • Klik op ‘Opslaan’

Code+ deel 4 online omgeving

• Ga naar http://www.nt2plus.nl
  
• Log in met je account (e-mailadres en wachtwoord)
  
• Klik op ‘Inloggen’
  
• Klik rechts bovenin op je ‘Naam’
  
• Klik op ‘Mijn profiel’
  
• Ga naar ‘Groep’ en klik op het ‘plus-icoon’
  
• Vul de groepscode (26F0KEF0)
• Klik op ‘Opslaan’
  

www.nt2plus.nl

Waarom Code+?

- Actueel

- Woordenlijst per hoofdstuk

- Voorbereidende     

    examenopdrachten per 

    hoofdstuk.

- Schoolwerk/zelfstudie is 

   50/50.

- Online leeromgeving

- Toets na ieder hoofdstuk.

- Tussenassessment na H5.

- Elk hoofdstuk een buitenschoolse opdracht.

Uitleg Code+

- Uitleg symbolen

- 10 hoofdstukken (ca. 1 hoofdstuk per maand)

- Ieder hoofdstuk bestaat uit 4 subthema's.

- Ieder subthema bestaat uit drie delen:

1. Voor de les

2. In de les

3. Na de les

- Beknopte handleiding voor de cursist.

Code+ deel 4

• 10 hoofdstukken
• Elk hoofdstuk: 4 subthema's
• Elk subthema bestaat uit drie delen:

1. Voor de les (individueel, thuis)

2. In de les

3. Na de les (individueel, huiswerk)

Code+ deel 4 (2)

• Elk hoofdstuk heeft 2 kaders voor grammatica en woordbetekenis. 
• Elk hoofdstuk heeft 1 kader werken met woorden. 
• Ieder hoofdstuk heeft een kader met verbindingen per subthema.
• Ieder hoofdstuk heeft een kader met het idioom (combinatie van woorden die in een taal een bepaalde betekenis hebben). 
• Er is ook een complete woordenlijst van alle woorden uit het boek, op alfabetische volgorde.