Maandag 8 mei Bron D L'article partitif - het delend lidwoord
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
delende
lidwoorden?
lidwoorden?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
cola (m)
A
le coca
B
du coca
C
la coca
D
de la coca
Slide 8 - Quizvraag
chips (mv)
A
des chips
B
les chips
C
du chips
D
de l'chips
Slide 9 - Quizvraag
water (v)
A
des eau
B
d'eau
C
de la eau
D
de l'eau
Slide 10 - Quizvraag
jam (v)
A
de la confiture
B
du confiture
C
la confiture
D
le confiture
Slide 11 - Quizvraag
Woorden die een hoeveelheid uitdrukken in het Nederlands?
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat gebeurt er met het delend lidwoord na:
een hoeveelheid / een ontkenning?
A
geen idee
B
er verandert niets
C
delend lidwoord verandert in de / d'
D
delend lidwoord verandert in le/la/l'/les
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
veel
A
beaucoup
B
souvent
C
plusieurs
D
tellement
Slide 17 - Quizvraag
een beetje
A
un petit
B
un peu
C
une bête
D
une miniscule
Slide 18 - Quizvraag
een kilo sinaasappels
A
un kilo les oranges
B
un kilo l'oranges
C
un kilo d'oranges
D
un kilo de oranges
Slide 19 - Quizvraag
een kopje thee
A
une tasse à thé
B
une tasse de thé
C
une tasse le thé
D
une tasse la thé
Slide 20 - Quizvraag
een glas cola
A
un verre de coca
B
un verre un coca
C
un verre d'coca
D
un verre une coca
Slide 21 - Quizvraag
Ik eet geen vlees.
A
Je ne mange pas du viande.
B
Je ne mange pas des viande.
C
Je ne mange pas de viande.
D
Je ne mange pas d'
viande.
Slide 22 - Quizvraag
Ik drink geen bier meer.
A
Je ne bois plus de la bière.
B
Je ne bois plus de bière.
C
Je plus bois ne de bière.
D
Je ne bois jamais de bière.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Je mange croissants (mv).
Elle boit eau minérale (v).
Ils achètent pain (m).
Elle n'a pas chips (mv).
On a un peu argent (m).
de l'
de
des
d'
du
