Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lineaire formules 3.1 en 3.2
Welke uitspraak is waar?
A
grafiek 1 stijgt steeds sneller
B
grafiek 2 stijgt steeds sneller
C
grafiek 3 stijgt steeds sneller
D
grafiek 4 daalt steeds sneller
1 / 15
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke uitspraak is waar?
A
grafiek 1 stijgt steeds sneller
B
grafiek 2 stijgt steeds sneller
C
grafiek 3 stijgt steeds sneller
D
grafiek 4 daalt steeds sneller
Slide 1 - Quizvraag
Twee grafieken
Een grafiek is
lineair
als het een rechte lijn is.
De grafiek van Marjan is dus lineair, maar de grafiek van oppervlakte niet. Die grafiek noemen we een
vloeiende kromme
.
Slide 2 - Tekstslide
Vloeiende kromme
Lineaire grafiek
Slide 3 - Sleepvraag
Maak in je schrift
Vraag 3 en 5 (blz. 122-123)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 7 - Link
variabelen
geen variabelen
aantal uren
6,50
14 000
b
inkomsten in euro's
0,75
temperatuur
8
i
307
t
Slide 8 - Sleepvraag
Begingetal en richtingscoëfficiënt (rc)
A = 0,5 + 2b begingetal = 0,5 rc = 2
k = 2,50 + 4p begingetal = 2,50 rc = 4
hoogte = 12000 - 500t begingetal = 12000 rc = -500
temperatuur = 1,5t - 10 begingetal = -10 rc = 1,5
Slide 9 - Tekstslide
Gegeven is de formule P = 14 -3a
Wat is waar?
A
begingetal = 14 en r.c. = 3
B
begingetal = -3 en r.c. = 14
C
begingetal = 14 en r.c. = -3
D
begingetal = 3 en r.c. = -14
Slide 10 - Quizvraag
Gegeven is de formule y = -5 + x
Wat is waar?
A
begingetal = -5 en r.c. = 0
B
begingetal = -5 en r.c. = 1
C
begingetal = 1 en r.c. = -5
D
begingetal = 0 en r.c. = -5
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent de rc?
K = 10 + 0,05t
K zijn de kosten in euro's
t is de tijd in minuten
De rc = 0,05 dit betekent dat er
per minuut 0,05 euro bijkomt
Slide 12 - Tekstslide
Deze formule hoort bij de hoogte van een vliegtuig:
H = 12000 -500t
H is de hoogte in meters
t is de tijd in seconden
Welke uitspraak is waar?
A
Per uur stijgt het vliegtuig 12000 meter
B
Per seconde stijgt het vliegtuig 500 meter
C
Per minuut daalt het vliegtuig 12000 meter
D
Per seconde daalt het vliegtuig 500 meter
Slide 13 - Quizvraag
apps.noordhoff.nl
Slide 14 - Link
Maak in je schrift
Vraag 12 en 19 t/m 23
(blz. 127-132)
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Formules en grafieken (hoofdstuk 3)
September 2021
- Les met
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Samenvatting formules en grafieken
11 dagen geleden
- Les met
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Samenvatting formules en grafieken
November 2022
- Les met
31 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H3 Formules en grafieken
November 2023
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Formatief 3.1 en 3.2 - Lineaire grafiek bij formule
December 2023
- Les met
33 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Formules
April 2018
- Les met
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Samenvatting formules en grafieken
Oktober 2023
- Les met
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Samenvatting formules en grafieken
Oktober 2022
- Les met
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3