Franse Revolutie

Franse Revolutie
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Franse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • terugblik
  • uitleg 4.3
  • Toets bespreken 
  • afsluiten  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin over Frankrijk in de 18e eeuw is juist?

A
De Franse maatschappij was verdeeld in twee standen.
B
Frankrijk was rijker dan Nederland en Groot-Brittannië.
C
In de pruikentijd droegen alle Fransen een pruik.
D
In Frankrijk hadden adel en geestelijkheid voorrechten.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John Locke
A
geloofde dat regeringen de macht van God krijgen
B
geloofde dat regeringen de macht van rijke en machtige families krijgen
C
geloofde dat regeringen de macht van het volk krijgen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'Absoluut vorst'
A
Het is -100 graden buiten
B
Een regent met alle macht
C
De koning heeft de volledige macht

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


1) Wat hoort niet bij de verlichting?
A
geestelijke vrijheid
B
staat en maatschappij in dienst van de burger
C
tijd van de 'rede'
D
geloof op nummer één

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Montesquieu vond
A
Dat democratie de beste staatsvorm was
B
Dat je macht moest verdelen om misbruik te voorkomen
C
Dat je tegen de koning in opstand mocht komen
D
Dat democratie verspild was aan het onwetende volk

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke machten had Montesquieu bedacht?
A
wetgevende, uitvoerende en politionele macht
B
wetsprekende, uitvoerende en rechtgevende macht
C
wetgevende, uitvoerende en politionele macht
D
wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft in Nederland de uitvoerende macht?
A
De regering
B
Het parlement
C
De koning
D
De rechters

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
aan het eind van deze les:
  • kun je verklaren waarom de Franse Revolutie in 1789 uitbrak
  • weet je hoe de revolutie verliep
  • kun je verklaren hoe Napoleon na het afzetten van de koning wel alleenheerser kon worden 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie Frankrijk
  • absolute vorsten 
  • Versailles 
  • standensamenleving
  • hongersnood 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse Revolutie begint
- Lodewijk XVI 1774 gekroond
- Marie-Antoinette 
- Geld is op --> Staten Generaal bijeen 1789 
- Derde stand: Nationale Vergadering
- Nieuwe grondwet
- Franse Revolutie: 14 juli 1789

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke veranderingen vanaf 1789
- Nationale Vergadering schaft privileges 1e en 2e stand af
- Gematigd:  
  •  Democratische grondwet
  • Democratische revolutie (zonder geweld)
- Alleen mannen met hoog inkomen kiesrecht
constitutionele monarchie: Lodewijk XVI accepteerde dit niet > onthoofd
- Radicale leden: 
  • revolutie met veel geweld
  • alle tegenstanders uit de weg ruimen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een grondwet?
A
Een wet gemaakt over grond
B
Een wet om de koning af te zetten
C
Een wet alleen voor de derde stand
D
Daarin staan de belangrijkste wetten voor iedereen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse Revolutie was een ....... en een ...... verandering.

Welke twee woorden horen op de stippellijntjes te staan?
A
economische en culturele
B
economische en sociale
C
politieke en culturele
D
politieke en sociale

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1791 werd Frankrijk een constitutionele monarchie. Wat was het meest directe gevolg voor koning Lodewijk XVI?
A
De koning moest vluchten naar Varennes.
B
De koning moest zich houden aan de wet.
C
De koning raakte al zijn rechten kwijt.
D
Lodewijk mocht geen koning meer zijn.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaren van Terreur



  • Jaren van terreur (1792 / 1973)
  • Girondijnen vs. Jacobijnen 
  • Robbespiere, leider van de radicalen (Jacobijnen), schafte het koningschap af."
  • De koning en koningin werden gevangen gezet en daarna onthoofd door de guillotine.
  • Tegen de revolutie?! Doodstraf! 40.000 Fransen komen om het leven.

Portret van Maximilien de Robespierre (1758-1794), schilder onbekend, ca. 1790.

Robbespiere zou hetzelfde lot ondergaan als de duizenden die hij de dood injoeg: onthoofd door de guillotine.
Een guillotine.

Slide 24 - Tekstslide

https://historianet.nl/techniek/uitvindingen/guillotine-moest-doodstraf-afschaffen-maar-deed-het-tegenovergestelde

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Napoleon
  • 1799: Regering (republiek) afgezet -> Staatsgreep Napoleon
- Dictator dankzij nieuwe grondwet
  • Referendum
  • Burgerlijk recht:
kadaster, achternamen, huwelijken
  • Scheiding van kerk en staat

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heerser van Europa
  • 1792: FR oorlog met Oostenrijk en Pruisen
 -> dienstplicht
  • Bevrijders van Europa Uitstekende generaal
-1812: Rusland
-1813: Leipzig
-1815: Waterloo

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste verschil tussen Lodewijk XVI en Napoleon?
A
Lodewijk XVI was de machtigste man van Frankrijk
B
Napoleon was opperbevelhebber van het leger
C
Lodewijk XVI was wel getrouwd
D
Napoleon moest zich aan de grondwet houden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Napoleon nam verschillende maatregelen toen de Fransen de leiding hadden in ons land. Twee van die maatregelen staan hieronder.
A
De rechtspraak mocht niet langer openbaar zijn. Voortaan vonden rechtszaken achter gesloten deuren plaats.
B
De burgerlijke stand werd ingevoerd, waardoor de overheid meer kennis had van de persoonsgegevens van de bevolking.
C
De wetten waren niet langer in het hele land hetzelfde. Voortaan mocht iedere stad eigen wetten maken.
D
Iedereen moest voortaan dezelfde maten en gewichten gaan gebruiken, zoals de meter, de kilo. Hierdoor werd de handel duidelijker en eenvoudiger.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies