les 3.4 D herhalen

Welkom

boek Talent deel A hoofdstuk 3.4

Les 4 schrijven 

huiswerk bespreken




1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom

boek Talent deel A hoofdstuk 3.4

Les 4 schrijven 

huiswerk bespreken




Slide 1 - Tekstslide

huiswerk en wat gaan we doen?
- welke alinea's heb jij geschreven?

Rest van de les:
- herhalen
- slot schrijven
- opdrachten (af)maken

Slide 2 - Tekstslide

voorbeeld I
Huiswerk moet worden afgeschaft omdat het te veel is voor jongere. Ten eerste. Teveel huiswerk
kan ertoe leiden dat je kind te weinig beweegt. Je kind zit al een groot deel van de dag op school op
een stoel, en dan moet hij thuis ook nog eens rustig stilzitten? Dat is een hele opgave voor veel
kinderen waar ze het dus niet mee eens zullen zijn. Kinderen hebben veel beweging nodig om alle
energie kwijt te kunnen, vooral jongens. Als ze dit niet vinden, kan dit zich uiten in negatief en
vervelend gedrag. Ook voor de gezondheid en een goede groei is voldoende beweging natuurlijk
heel belangrijk. Teveel huiswerk heeft dus een nadelig effect op de opvoeding, gezondheid, en
tevredenheid van je kind, en moet zeker vermeden worden.

Wat is goed en wat moet verbeterd worden?

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld II
ik vind dat het moet worden weghaalt. Ten eerste heb ik bijna voor elke huiswerk en dat wordt gewoon veel te veel. 
Ten tweede heb ik geen vrije tijd meer om andere leuke dingen te doen. 
Ten derde heb ik veel hoofdpijn en slaap ik laat door huiswerk. Bij onderzoek blijkt dat huiswerk niet de beste middel is om te leren, der moet gewoon meer leuke activiteiten zijn in de les waardoor kinderen sneller kunnen leren


Wat is goed en wat moet verbeterd worden?

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld III
Ten eerste vind ik het niet kunnen dat er een telefoon verbod gaan aankomen want, veel leerlingen moeten hun opdracht doen op hun telefoon als ze geen telefoon bij zich hebben als je ook geen laptop hebt moet je express een uur inhalen voor dat je geen telefoon en geen laptop bij je hebt. Ten tweede moeten de leerlingen op tijd ergens zijn bijvoorbeeld bijna telaat zijn voor les zijn of kijken hoelaat en waar de volgende les is aan de andere kant is het wel een beetje goed als je zonder je telefoon naar school gaat en met je klasgenoten praat samen met de sfeer is het juist ook wel goed. Ik wil graag zelf dat de verbod weg gaat en wel een telefoon bij me houden.
Wat is goed en wat moet verbeterd worden?

Slide 5 - Tekstslide

conclusie schrijven
- Herhaal je mening over het onderwerp, geef een samenvatting van je argumenten
- Gebruik de signaalwoorden die een conclusie aangeven: dus/kortom/dan..ook
- bijv:
Kortom, alle leerlingen moeten vanaf nu zonder telefoon naar bed. Zo zijn ze de volgende dag meer uitgerust, lezen ze weer vaker een boek en letten ze beter op tijdens de lessen op school wat weer leidt tot betere cijfers! En dat wil toch iedereen? 

Slide 6 - Tekstslide

Dit weet je al over feiten en meningen. Welke zin is goed?
A
Als je vertelt wat je van iets vindt, dan geef je je mening
B
Als je de reden geeft waarom je iets vindt, vertel je een feit

Slide 7 - Quizvraag

Feit
Mening
Ik vind mijn broer vaak irritant.
Mijn nieuwe mobiel kostte 148 euro.

Slide 8 - Sleepvraag

Een betoog schrijven
  • In een betoog geef je je mening over een onderwerp. 
  • Je wilt de lezer overtuigen van jouw mening. 
  • Je gebruikt hiervoor argumenten.

Slide 9 - Tekstslide

Een betoog schrijven

Slide 10 - Tekstslide

Waar of niet waar? In een betoog geef je je mening over een onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar? Met argumenten leg je je mening uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Korte en lange zinnen
  • Een tekst lees prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt.
  • Je kunt bijvoorbeeld verwijswoorden, synoniemen, of omschrijvingen gebruiken. 

Slide 13 - Tekstslide


Wat is een verwijswoord?

Slide 14 - Open vraag


Wat is een synoniem?

Slide 15 - Open vraag


Wat is een omschrijving?

Slide 16 - Open vraag

Voegwoorden
  • Voegwoorden gebruik je om twee zinnen aan elkaar te plakken (samen te voegen).
  • Voorbeelden van voegwoorden zijn: maar, want, omdat, en, of
Ga jij met de bus of ga jij met de fiets?
Ik ga liever met de bus, want dan word ik niet moe.

Slide 17 - Tekstslide

Maak van de lange zinnen twee korte zinnen. Haal het voegwoord weg.
Hij is nog jong, dus hij weet wat ons bezighoudt.

Slide 18 - Open vraag

Maak van de lange zinnen twee korte zinnen. Haal het voegwoord weg.
Hij geeft aardrijkskunde en soms geeft hij maatschappijleer.

Slide 19 - Open vraag

Maak van de lange zinnen twee korte zinnen. Haal het voegwoord weg.
Als het weekend is, denk ik niet aan school.

Slide 20 - Open vraag

Oefenen met verwijswoorden
  • In de volgende sleepvraag ga je oefenen met verwijswoorden. 
  • Sleep steeds het juiste verwijswoord naar de juiste plaats in de tekst.

Slide 21 - Tekstslide

Herinneren jullie je Schooltv. nog? Ik heb net via Uitzending Gemist                nog eens naar gekeken.                   ging over vogels en vleugels. De presentatrice wilde zelf ook vliegen en                      bouwde een complete set vleugels.                   kwam ze natuurlijk geen centimeter van de grond. Toen ik als leerling uit groep 7                  bekeek, had ik het gevoel                  echt was. Nu zag ik meteen dat                   nep was. Jammer dus om steeds slimmer te worden.
...
...
...
...
...
...
...
daar 
daarmee
dat
dit
het
het
zij

Slide 22 - Sleepvraag

Oefenen met signaalwoorden
  • In de volgende sleepvraag ga je oefenen met signaalwoorden. 
  • Sleep steeds het juiste signaalwoord naar de juiste plaats in de tekst.

Slide 23 - Tekstslide

1. Ik vind het niet goed als kinderen al Engels krijgen op de basisschool,                        dat ten koste gaat van hun Nederlands.
2. Iedereen moet eerst goed Nederlands leren,                           dat is tenslotte de standaardtaal.
3. De kennis van het Nederlands gaat achteruit, als kinderen                                      in het Engels moeten lezen en schrijven.
4.                          vind ik dat kinderen eerst goed Nederlands moeten leren en pas Engels als ze op de middelbare school zitten. 
omdat
want
ook
daarom

Slide 24 - Sleepvraag

slot schrijven
- Herhaal je mening over je onderwerp en geef samenvatting.
- Gebruik een signaalwoord dat een conclusie aangeeft (dus, dan ook, kortom) 

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Je betoog is helemaal af. 
H 3.4) opdracht 2 en 4 maken. 
Opdracht 6/7/8 afmaken.
Klaar? Lezen. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

schrijftaak H 3.4
opdracht: 10-11-12
kijk je eigen betoog na m.b.v. het beoordelingsformulier op blz 209

Slide 28 - Tekstslide

Het is goed dat je niet mag spieken bij een proefwerk

Veel kinderen proberen vaak te spieken bij een proefwerk dat heeft iedereen wel eens gedaan om betere cijfers te halen ik vind dat het goed is dat je niet mag spieken bij een proefwerk.

 
Je kan bijvoorbeeld spiekbriefjes meenemen om de antwoorden af te lezen dat is tegen de regels je kan ook een flesje water gebruiken om te spieken of gewoon ouderwets bij je buurman kijken.  




 
Er zijn ook veel regels voor spieken zoals je kan een 1 krijgen of een gele kaart krijgen als je te vaak bent gewaarschuwd kunnen ze je in een andere kamer zetten om daar het proefwerk te maken.  

Dus ik vind het goed dat je niet kan spieken want anders kan iedereen valspelen en een hoger cijfer krijgen dan jij en jij er harder voor hebt geleerd. 

 

Slide 29 - Tekstslide

betoog voor cijfer
- documentnaam = eigen naam
- lever in via teams of mail
- stelling kiezen
- je mag info opzoeken
- vandaag inleveren 
- je maakt eerst 1 dan je betoog starten 

Slide 30 - Tekstslide