Les 2: Sociale media

1 / 28
volgende
Slide 1: Video
okanSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

Stuur een lief bericht


- iemand die je al lang niet meer gestuurd hebt.
- iemand die zich misschien alleen voelt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

GEBRUIK IK
GEBRUIK IK NIET

Slide 4 - Sleepvraag

4

Slide 5 - Video

00:07
Welke app gebruikt dit meisje niet veel?
A
Snapchat
B
instagram
C
Whatsapp
D
Youtube

Slide 6 - Quizvraag

00:16
Op welke app stuurt ze geen berichten?
A
instagram
B
Tiktok
C
Snapchat
D
whatsapp

Slide 7 - Quizvraag

00:43
Wat doet deze jongen NIET via instagram?
A
foto's posten
B
stories bekijken
C
telefoneren
D
afspreken met vrienden

Slide 8 - Quizvraag

01:14
Welke app gebruikt hij om te communiceren met zijn vrienden?
A
Whatsapp
B
instagram
C
snapchat
D
tiktok

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Wat kan je NIET doen op sociale media?
A
Posten
B
Sharen (delen)
C
fietsen
D
Liken

Slide 11 - Quizvraag

Wat kan je NIET doen op sociale media?
A
taggen
B
bakken
C
volgen
D
chatten

Slide 12 - Quizvraag

Wat kan je NIET doen op sociale media?
A
inloggen
B
klimmen
C
reageren
D
uitloggen

Slide 13 - Quizvraag

Wat kan je NIET doen op sociale media?
A
instellingen veranderen
B
een account maken
C
een profielfoto instellen
D
een boterham eten

Slide 14 - Quizvraag

Interview elkaar.
Wat doe jij op sociale media?

Slide 15 - Tekstslide

instellingen (settings)

Slide 16 - Tekstslide

GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD

Slide 17 - Tekstslide

Een goed wachtwoord:
- letters
- hoofdletters
- getallen
- speciale tekens )"#&$§?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het beste wachtwoord voor Mohammed?
A
12345
B
wachtwoord
C
Mohammed2008
D
ih2Z&1B!

Slide 19 - Quizvraag

ih2Z&1B!
ik heb 2 ZUSSEN en 1 BROER!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

2

Slide 23 - Video

01:04
Wat is juist?
A
Hij is een leraar.
B
Hij kent veel informatie over andere mensen.
C
Hij is Jezus Christus.
D
Hij is een vriend van de andere mensen.

Slide 24 - Quizvraag

02:06
Wat is juist?
A
Hij zoekt alle informatie op het internet.
B
Hij heeft magische krachten.
C
Ze zijn voorzichtig met hun informatie
D
Privacy op het internet is belangrijk.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide