KLOKKIJKEN DIGITAAL

De wijzers
Grote wijzer
Geeft de minuten aan.
Elke keer als de grote wijzer 
een rondje heeft gemaakt is 
het een uur later. 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De wijzers
Grote wijzer
Geeft de minuten aan.
Elke keer als de grote wijzer 
een rondje heeft gemaakt is 
het een uur later. 

Slide 1 - Tekstslide

De wijzers
Kleine wijzer:
Geeft de uren aan.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zit dat eigenlijk met die minuten in het uur?
  • Een kwartier =             min.
  • Een halfuur =               min.     
  • Drie kwartier =            min.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel minuten heeft een uur?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel minuten heeft een half uur?

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel minuten heeft een kwartier?

Slide 7 - Open vraag


Hoelaat is het
op deze klok?
A
9 uur
B
6 uur
C
7 uur
D
8 uur

Slide 8 - Quizvraag

Hoe laat is het op deze klok?

Slide 9 - Open vraag


Hoe laat is het
op deze klok?
A
half 7
B
half 8
C
half 10
D
half 9

Slide 10 - Quizvraag

Hoe laat is het op deze klok?

Slide 11 - Open vraag


Hoe laat is het
op deze klok?
A
kwart voor 7
B
kwart voor 6
C
kwart over 7
D
kwart over 6

Slide 12 - Quizvraag

Hoe laat is het op deze klok?

Slide 13 - Open vraag

Digitale klok 
De digitale klok geeft op een dag 
2x de tijden weer.
Een keer met cijfers
00:00 tot 11:00. (nacht & ochtend)
En een keer met de cijfers
12:00 tot 23:00 (middag & avond)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ochtend --> Avond
  • Een dag heeft 24 uur.
  • Elke tijd zit twee keer in de klok 
  • 03:00 's nachts en 15:00 's middags
  • Om de digitale tijd uit te rekenen doe ik + 12 uur of - 12 uur. 
  • Het ligt eraan of het ochtend of avond is hoe ik het uit moet rekenen.

Slide 16 - Tekstslide

03:00 + 12 uur =

Slide 17 - Open vraag

16:00 - 12 uur =

Slide 18 - Open vraag

07:00 + 12 uur =

Slide 19 - Open vraag

21:00 - 12 uur =

Slide 20 - Open vraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
06.00 en 18.00
B
09.00 en 21.00
C
05.00 en 17.00
D
03.00 en 15.00

Slide 21 - Quizvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
02.00 en 14.00
B
08.00 en 20.00
C
05.00 en 17.00
D
09.00 en 21.00

Slide 22 - Quizvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
04.00 en 16.00
D
12.00 en 00.00

Slide 23 - Quizvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
01.00 en 13.00
B
08.00 en 20.00
C
06.00 en 18.00
D
09.00 en 21.00

Slide 24 - Quizvraag

Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
02.00 en 14.00
D
12.00 en 00.00

Slide 25 - Quizvraag

Je schrijft het uur op dat al geweest is.






            8:00                                          6:30                                           5:45


8 uur
half 7
kwart voor zes

Slide 26 - Tekstslide

Hoelaat is het als je op de wekker
06:10 ziet staan?
A
10 voor 6 in de ochtend
B
10 voor 6 in de middag
C
10 over 6 in de ochtend
D
10 over 6 in de middag

Slide 27 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
7:00
B
12:40
C
9:00
D
8:00

Slide 28 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
11:45
B
10:45
C
9:55
D
9:50

Slide 29 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
2:30
B
6:10
C
1:30
D
6:05

Slide 30 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
9:15
B
10:15
C
3:45
D
3:50

Slide 31 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
10:30
B
11:30
C
6:50
D
6:55

Slide 32 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
3:25
B
6:15
C
5:15
D
3:30

Slide 33 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
5:00
B
12:25
C
1:25
D
6:00

Slide 34 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
9:00
B
11:45
C
12:45
D
9:55

Slide 35 - Quizvraag

Hoe laat is het?
05:45 uur
A
kwart voor 5
B
kwart voor 6

Slide 36 - Quizvraag

Hoe laat is het?
18:50 uur
A
10 voor 6
B
10 voor 7
C
10 over 6
D
tien over 7

Slide 37 - Quizvraag

Einde!
Goed gedaan je hebt alle opdrachten gemaakt

Slide 38 - Tekstslide