Nectar 2.3 Spieren

2.3 Spieren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zit 17 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

Onderdelen in deze les

2.3 Spieren

Slide 1 - Tekstslide

De opbouw van een spier

Slide 2 - Tekstslide

Hoe buig en strek je je arm?
Voor het buigen en strekken van je arm werken de armbuigspier en de armstrekspier samen


Arm buigen: de armbuigspier wordt korter en dikker

Arm strekken: de armbuigspier ontspant zich en wordt uitgerekt

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke begrippen 2.3
- De opbouw van een spier (bron 3) : spiervezel > spierbundel > pees
- antagonisten : bron 4  
- strekspieren en buigspieren
- soorten spierweefsel 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiden op de quiz 2.2+2.3

- nakijken en verbeteren 2.2
-lezen 2.3
- m. Nectar 2.3


Aan het einde van de les een quiz als er goed gewerkt wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heet het OP EEN NA onderste botje van de wervelkolom
A
Staartbeen
B
De Borstwervel
C
Het lendenbotje
D
Het Heiligbeen

Slide 7 - Quizvraag

In de wand van de slokdarm, maag en darmen zitten ook spieren. Hoe heten deze soorrten spieren?
A
Cirkelspieren en breedtespieren
B
Kringspieren en lengtespieren
C
Biceps en triceps
D
Antagonisten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen soort gewricht?
A
Zadelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht
D
Balkgewricht

Slide 9 - Quizvraag

Welk bot zit NIET in je arm?
A
Ellepijp
B
Spaakbeen
C
Handtopbeentje
D
Handwortelbeentje

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN functie van het skelet?
A
Stevigheid geven
B
Vorm geven
C
Beweging mogelijk maken
D
Eten verteren

Slide 11 - Quizvraag

Onwillekeurige spieren
A
Jij hebt geen controle over het aan- en ontspannen.
B
Spannen aan wanneer jij wil
C
Zijn spieren van dieren
D
Zijn spieren die je niet wil

Slide 12 - Quizvraag

Een ander woord voor de biceps is.
A
Armstrekspier
B
Armbuigspier
C
Armspanspier
D
Armaanspanspier

Slide 13 - Quizvraag

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'.
Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, maar alleen de hartspier
C
Ja, dit zijn onwillekeurige spieren
D
Ja, dit zijn de willekeurige spieren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die een opgaande beweging mogelijk maken
C
Spieren die elkaar tegenwerken
D
Spieren die een beweging tegenhouden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van antagonistische spieren?
A
Biceps en triceps
B
Armbuigspier en armstrekspier
C
Hartspier en slagader
D
Borstspier en monnikskapspier

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide