Lj. 3 - zakelijke e-mail

Nederlands
Leerjaar 3
Zakelijke e-mail
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Leerjaar 3
Zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

"Geachte meneer/mevrouw, " past meer bij een...
A
Zakelijke e-mail
B
Persoonlijke e-mail
C
Normale e-mail
D
Nergens

Slide 2 - Quizvraag

Aan wie schrijf je een zakelijke e-mail?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke e-mail?

Slide 4 - Open vraag

'Hoi'' past meer bij een...
A
E-mail naar je leidinggevende
B
E-mail naar een zakelijke collega
C
Persoonlijke e-mail
D
E-mail naar een bedrijf

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef in een zakelijke e-mail?
A
Beste
B
Hallo
C
Geachte
D
Goedemorgen

Slide 6 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een
aanhef bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 7 - Open vraag

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 9 - Quizvraag

De kern van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel hoort niet bij een zakelijke e-mail?
A
inleiding
B
kern
C
kop
D
slot

Slide 11 - Quizvraag

Wat vermeld je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 12 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?

Slide 13 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail/brief af?
A
Toedels!
B
Groetjes,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 14 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een slotgroet bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 15 - Open vraag

In een zakelijke (beleefde) e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Het doel van een zakelijke e-mail is
A
Amuserend
B
Overtuigend of informatief
C
Activerend

Slide 18 - Quizvraag