Kort en bondig: De beknopte bijzin en foutieve beknopte bijzin

Kort en bondig: De beknopte bijzin
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kort en bondig: De beknopte bijzin

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de beknopte bijzin herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet je al over beknopte bijzinnen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bijzinnen?
Bijzinnen zijn zinnen die afhankelijk zijn van een hoofdzin en die extra informatie geven.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat bijzinnen zijn en hoe ze zich verhouden tot hoofdzinnen.
Wat zijn beknopte bijzinnen?
Beknopte bijzinnen zijn bijzinnen zonder onderwerp die vaak beginnen met een voltooid deelwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Definieer beknopte bijzinnen en leg uit dat ze vaak beginnen met een voltooid deelwoord.
Hoe herken je een beknopte bijzin?
Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp en kan vaak worden omgezet in een volledige bijzin door het toevoegen van een passend onderwerp.

Slide 6 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van beknopte bijzinnen en hoe ze kunnen worden omgezet in volledige bijzinnen.
Waarom zijn beknopte bijzinnen nuttig?
Beknopte bijzinnen kunnen zorgen voor variatie in zinsstructuur en kunnen de nadruk leggen op de actie in plaats van het onderwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom het nuttig kan zijn om beknopte bijzinnen te gebruiken in schrijven en spreken.
Voorbeelden van beknopte bijzinnen
Glimlachend naar haar vrienden, stond Sarah op en verliet de kamer. / Gezien het late uur, besloten we naar bed te gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van beknopte bijzinnen in context.
Oefenen met beknopte bijzinnen
Schrijf vijf zinnen die elk een beknopte bijzin bevatten.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de studenten vijf zinnen schrijven met beknopte bijzinnen en bespreek ze vervolgens samen.
Samenvatting
Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp die vaak begint met een voltooid deelwoord. Ze kunnen variatie in de zinsstructuur bieden en de nadruk leggen op de actie.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de studenten.
Beknopte bijzinnen: Wat zijn ze en hoe vermijden we fouten?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je: de definitie van een beknopte bijzin geven, een juiste beknopte bijzin maken en een foutieve beknopte bijzin vermijden.

Deze les: nakijken huiswerk blz. 157/158 opdracht 1 t/m 3
verder met beknopte bijzinnen en foutief beknopte bijzinnen

Slide 12 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze op het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet jij al over beknopte bijzinnen?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van een beknopte bijzin
Een beknopte bijzin is een zin die een bijvoeglijk of bijwoordelijk element bevat, maar geen duidelijk onderwerp of werkwoord.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat een beknopte bijzin is en wat de belangrijkste kenmerken zijn.
Voorbeeld van een beknopte bijzin
Fietsend door het park, zag ik een eekhoorn.

Slide 15 - Tekstslide

Laat de studenten een voorbeeld van een beknopte bijzin zien en vraag hen om het onderwerp en het werkwoord te identificeren.
Hoe maak je een juiste beknopte bijzin?
Om een juiste beknopte bijzin te maken, moet het onderwerp van de bijzin hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, en moet het werkwoord in de bijzin overeenkomen met de actie in de hoofdzin.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit hoe studenten een juiste beknopte bijzin kunnen maken en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld van een juiste beknopte bijzin
Fietsend door het park, zag ik een eekhoorn die aan het eten was.

Slide 17 - Tekstslide

Toon een voorbeeld van een juiste beknopte bijzin en vraag de studenten wat er is veranderd ten opzichte van het vorige voorbeeld.
Foutieve beknopte bijzin
Een foutieve beknopte bijzin treedt op wanneer het onderwerp van de bijzin niet hetzelfde is als het onderwerp van de hoofdzin, of wanneer het werkwoord in de bijzin niet overeenkomt met de actie in de hoofdzin.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wat een foutieve beknopte bijzin is en waarom het belangrijk is om deze te vermijden.
Voorbeeld van een foutieve beknopte bijzin
Fietsend door het park, werd een eekhoorn gezien.

Slide 19 - Tekstslide

Toon een voorbeeld van een foutieve beknopte bijzin en vraag de studenten wat er mis is met de zin.
Hoe vermijden we foutieve beknopte bijzinnen?
Om foutieve beknopte bijzinnen te vermijden, moet je ervoor zorgen dat het onderwerp van de bijzin hetzelfde is als het onderwerp van de hoofdzin, en dat het werkwoord in de bijzin overeenkomt met de actie in de hoofdzin.

Slide 20 - Tekstslide

Geef enkele tips om foutieve beknopte bijzinnen te vermijden en laat de studenten oefenen met het maken van juiste beknopte bijzinnen.
Foutieve beknopte bijzin, let op; hetgeen wat er bedoeld wordt komt verkeerd over
Na een half uur in de oven te hebben gestaan, aten de gasten de pizza op.

Vrolijk dansend, werden de aardappels geschild.

Eenmaal op de camping aangekomen, begon de langverwachte zomervakantie.

Hijgend op het station aangekomen, vertrok de trein net.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.