vitale capaciteit bs 1.9

thema 1 ademhaling en verbranding
Onderwerp basisstof 1.9 vitale capaciteit
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 1 ademhaling en verbranding
Onderwerp basisstof 1.9 vitale capaciteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

basisstof 1.9
Vitale capaciteit:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat de longcapaciteit?
A
Ademvolume + vitale capaciteit
B
Ademvolume + restvolume
C
Vitale capaciteit + restvolume

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Ademvolume
Restvolume
Dode ruimte
Longvolume

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
4
5
6
7
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolume
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Longvolume

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geven de pijlen aan?
Vitale capaciteit
ademvolume
longvolume
restvolume

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Wat is het ademvolume?

Wat is het restvolume?

Wat is de vitale capaciteit?

Wat is het longvolume?

Ademvolume = de lucht die je per ademhaling in- en uitademt
3,5L -3L = 0,5 L
Restvolume = de lucht (in L) die na een diepe uitademing achterblijft in de longen
Aflezen waar het diepste dal (diepste uitademing) eindigd tot onderaan de grafiek = 1,5L 
Longvolume = totale long inhoud (hoeveel L past er in totaal in de longen)
Vitale capaciteit + restvolume
4 + 1,5 = 5,5L
Vitale capaciteit = De hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- en uitgeademt
Berekening: aflezen van hoogste piek tot laagste dal
5,5L - 1,5L = 4L 
timer
4:00
Dode ruimte?
Dode ruimte = lucht die niet verder komt dan je neus- en keelhote, luchtpijp en bronchiën. Deze lucht doet niet mee met de gaswisseling in de longblaasjes

Slide 8 - Tekstslide

Waarom bestaan snorkels?

Spirometer
Vitale capaciteit wordt gemeten met spirometer

1. Diep inademen
2. In 1 keer alle lucht die je hebt uitblazen
3. De vitale capaciteit is leesbaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitale capaciteit meten
  • Van de hele klas, en op het bord zetten.
  • Zometeen gaan jullie werken, ik roep de tweetallen om de vitale capaciteit te meten.
  • Nodig voor opdracht 34

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werken
  • Online opdrachten 33 en 34
  • Opdracht 34 is een practicum die je moet inleveren
  • De gegevens voor opdr. 34 komen vanuit de klas.
  • Opdracht 34 lever je in via som (daar is ook een werkblad te vinden)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies