Spelling "dt algemeen"

Nederlands
Werkwoordspelling
"t.t./v.d."
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Werkwoordspelling
"t.t./v.d."

Slide 1 - Tekstslide

Het is gebeur_! Maaike gaat naar de finale!
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 2 - Quizvraag

Ze heeft geen zin om nog langer te worden afgeblaf_.
A
afgeblafd
B
afgeblaft

Slide 3 - Quizvraag

Ik bel om te zeggen dat ik hier niet blij wor_ zonder jou.
A
word
B
wordt

Slide 4 - Quizvraag

Waarom beantwoor_ je mijn berichten niet?
A
beantwoord
B
beantwoordt

Slide 5 - Quizvraag

Als u niet meer mee wilt doen,
vermel_ u dat op het formulier.
A
vermeld
B
vermeldt

Slide 6 - Quizvraag

Zo zie je maar dat zo’n sappig nieuwtje zich heel snel versprei_.
A
verspreid
B
verspreidt

Slide 7 - Quizvraag

Deze provider bie_ je de meeste voordelen.
A
bied
B
biedt

Slide 8 - Quizvraag

Je ziet van ver dat niemand dat huis nog bewoon_.
A
bewoond
B
bewoont

Slide 9 - Quizvraag

Bie_ onmiddellijk je verontschuldigingen aan!
A
bied
B
biedt

Slide 10 - Quizvraag

Klee_ u zich hier maar even om.
A
kleed
B
kleedt

Slide 11 - Quizvraag